Toen ik begon met sabbatvieren was dat voor mij niet echt vreemd. Van huis uit was ik gewend om de zondag te vieren, wij waren thuis gereformeerd, dus één dag per week rusten was gewoon. De moeilijkheid zat hem voor mij vooral in het feit dat al mijn bekenden en vrienden zondag bleven vieren, je was een vreemde eend in de bijt. Dat speciale zondagsgevoel ging niet automatisch mee naar de sabbat.
Op zondagmorgen luidden de klokken, alle fabrieken lagen stil er was nauwelijks verkeer, de straten waren vol met mensen die op zijn zondags gekleed naar de kerk gingen. Ik spreek hier over Maasluis in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Als wij op sabbat naar de kerk gingen was dat in een houten bouwkeet waar wij met twintig tot dertig mensen bij elkaar waren. Weg waren de psalmen die je op school geleerd had, geen mooi orgel en ook geen duizend mensen die doodstil en geconcentreerd naar de dominee luisterden. Het duurde jaren om de sabbat dat gevoel van heiligheid te geven die van nature bij de zondag leek te horen.
Sabbat vieren was een keuze, zondag vieren een gewoonte. Wij zijn nu een halve eeuw verder, en de zondag vierders moeten in deze geseculariseerde wereld ook steeds meer bewust kiezen voor hun rustdag, net als de sabbat vierders en de islamieten. Wij leven niet meer in een christelijk land, maar in een seculier land waar christenen misschien nog een meerderheid zijn, maar waar iedereen die wil rusten op zijn of haar dag dat bewust moet kiezen, de samenleving vindt het niet meer vanzelfsprekend.
Ik vraag mij af of de gelovigen in het oude testament het makkelijker hadden dan wij nu. De Israëlieten woonden in een land waar iedereen sabbat vierde, toch? Dat dit niet waar is blijkt wel uit het feit dat God keer op keer Zijn profeten de opdracht moet geven om het volk terug te brengen naar het onderhouden van de sabbat.
Ook zult gij op de sabbatdag geen last naar buiten brengen uit uw huizen of enigerlei werk doen; gij zult de sabbatdag heiligen, gelijk Ik aan uw vaderen geboden heb. Doch zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd, maar zij hebben hun nek verhard in plaats van gehoor te geven en zich te laten gezeggen. Jeremia 17:22, 23
Maar zelfs als wij in een samenleving leven waar iedereen sabbat viert blijft het een keuze van de individuele persoon om dat gewetensvol en met overgave te doen. Het gevaar om het te doen omdat iedereen het doet is levensgroot aanwezig. Wat is dat sabbatvieren dan, is het alleen maar uitrusten van zes dagen werken? Of wordt er meer bedoeld met het sabbatsgebod?
Als wij bij het begin beginnen, dan zien wij dat wanneer God klaar is met Zijn schepping, Hij de mens als laatste schept, tegen het einde van de zesde dag. Adam en Eva zijn dus de laatste scheppingsdaad van God. Na deze daad volgt de rust. Het woord zegt dat God rustte van al het werk dat Hij scheppende tot stand had gebracht. De eerste volle dag van Adam was dus een rust mét God, en ín God. Adam en Eva rustten in het volbrachte werk van God, zij werkten in hun eerste week dus vanuit de rust. Alles wat zij hadden, ook hun voorwaardelijk eeuwig leven was een gave van God. Zolang zij vanuit die rust leefden en werkten, ging die rust ook tijdens de werkweek met hen mee. Hoelang deze ideale staat heeft geduurd weten wij niet, wij weten wel hoe en waarom het verkeerd ging.
In plaats van in God te blijven en vanuit de rust te blijven leven koos de mens er voor om naar de tegenstander van God te luisteren, en toe te voegen aan het volmaakte werk van God. De gevallen engel beloofde hen dat zij als God zouden worden als zij Zijn geboden overtraden. Zij konden door hun eigen werken een hogere staat van volmaaktheid bereiken. Nadat zij het gebod van God hadden overtreden, bleek dat zij niet een hogere staat hadden bereikt maar dat zij gevallen waren naar het niveau van de tegenstander van God.
Het was gedaan met hun rust. Angst en onrust kwamen er voor in de plaats. In plaats van als God te zijn, wat de boze hen had beloofd, vluchtten zij van God weg en verborgen zij zich. Maar God zoekt hen op, en Hij komt niet met lege handen. Hij biedt hen aan hun zonden te dragen, Hij belooft ook de tegenstander te vernietigen, en alles weer te herstellen. Het is een blijde boodschap, maar wel één voor de toekomst, en naar wij nu weten voor een verre toekomst.
Was het nu gedaan met het vieren van de sabbat? Of had de sabbat een andere betekenis gekregen, was er een extra dimensie aan toegevoegd? Waar zij eerst vanuit de rust hadden geleefd, leefden zij nu naar de rust toe. Ook deze rust zou een rust zijn die door God zou worden gemaakt. En ook hier kon en mocht de mens er niets aan toevoegen.
Het vieren van de sabbat hier en nu is dus een belofte van een komende sabbatsrust, niet een tijdelijke die wij nu eenmaal per week beleven, maar een eeuwige. Dan zullen wij de sabbat weer beleven zoals God dat via de profeet Jesaja beloofd heeft, van sabbat tot sabbat. En het zal geschieden van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat, dat al wat leeft zal komen om zich voor mijn aangezicht neer te buigen. Jesaja 66:23. Nu leven wij nog naar die sabbat toe, dan zullen wij weer vanuit de sabbatsrust leven. Nu nog is de sabbat een belofte van de komende rust, dan zullen wij de rust hebben. Nu al kunnen wij die rust hebben in het geloof, maar dán zal die sabbatsrust voor eeuwig deel van ons zijn.
Sjabbat Shalom
Piet Westein