Op de Karmel heeft Elia alle priesters van de Baäl en Asjera, acht honderd vijftig man, laten doden. Als Achab met dat verhaal thuis komt, laat Izebel een boodschap aan Elia overbrengen, die luidt: Zo mogen de goden doen (Baäl en Asjera) ja nog erger, indien ik morgen om deze tijd uw ziel niet gelijk zal hebben gemaakt aan die van hen. Het is vreemd dat zij zweert bij die goden, die juist op de berg Karmel hebben bewezen helemaal niets te kunnen. Elia heeft ook de onmacht van deze afgoden, en de almacht van de Schepper kunnen zien, en toch zet Elia het op een lopen. Hij doet dat ook niet zozeer uit angst voor die afgoden, maar wel voor de koningin, die deze afgoden aanbidt.
De vlucht.
Hij doet nu weer hetzelfde, wat hij deed toen de koning hem probeerde te vinden om hem te doden, hij vlucht naar het buitenland. Er zijn echter wel een paar verschillen. Toen hij voor Achab moest vluchten, deed hij dat in opdracht van God, die hem stap voor stap leidde. Dit keer vlucht hij uit angst, naar het zuiden, naar Juda, het twee stammen rijk, waar de tempel van God is, en waar Jahweh officieel als de Schepper God aanbeden werd. In plaats van naar Jeruzalem te gaan, en hulp te zoeken van de koning, vlucht hij naar de woestijn. De koningen van Israël en die van Juda, hadden vaak vriendschappelijke relaties met elkaar, en het zou zo maar kunnen dat hij zou worden teruggestuurd naar Achab en Izebel. Daarom vinden wij hem ook in de woestijn, hij gaat daar onder een bremstruik zitten, en wil dan graag dood gaan. Wat is dat nou voor een vreemde zaak, hij is op de vlucht voor de woede van Izebel, om zijn leven te redden, en nu zit hij hier depressief te zijn en wil hij dood? Hij zegt ook letterlijk in zijn gebed: Het is genoeg! Neem nu Heer mijn leven, want ik ben niet beter dan mijn vaderen.
De ontmoeting met de engel.
Terwijl hij daar onder die stuik ligt, komt er een engel, die hem aanraakt. Of hij ligt te slapen weten wij niet zeker, hoewel dat aannemelijk lijkt, maar deze engel raakt hem aan, om zijn aanwezigheid kenbaar te maken. Het bevel van de engel is: Sta op en eet. Als hij rondkijkt ziet hij een brood dat op gloeiende stenen gebakken is. Dit is al voor de derde keer, dat hij nu op een wonderbare manier van brood wordt voorzien! De eerste keer is dat, als de raven hem op bevel van God brood brengen, de tweede keer is als hij bij de weduwe in Sarfath is, en nu hier in de woestijn. In alle drie de gevallen is er sprake van water en brood, alleen de eerste keer wordt er ook vlees bij verstrekt. Toch is dit nog wel meer bijzonder. Hier is een engel van God, die persoonlijk een brood voor hem gebakken heeft (van manna?). Daar laat de engel het niet bij, hij krijgt ook een kruik met water, en in de woestijn is water nog belangrijker dan voedsel. Nadat hij gegeten heeft wil hij weer gaan liggen slapen, maar weer komt het bevel van de engel: Opstaan en eten. Het is wel een beetje vreemd, wat Elia doet, ik denk dat ik nooit meer zou slapen als een engel aan mij verscheen, ik zou waarschijnlijk zelfs geen hap voedsel door mijn keel hebben kunnen krijgen. Maar de engel geeft hem ook een uitgebreide opdracht, hij moet naar Horeb de berg gaan waar God aan Mozes is verschenen, waar Hij ook de wet van de tien geboden aan het volk van Israël gaf.
Veertig dagen en veertig nachten.
Wat voor soort supervoedsel was dat, wat Elia te eten kreeg? Hij kan veertig dagen en veertig nachten lang wandelen, door de woestijn, naar de berg Horeb. Die tijdsperiode van veertig dagen, komen wij in de bijbel keer op keer tegen, bij Mozes als hij veertig dagen zonder voedsel op de berg Horeb is, hier bij Elia, als Jezus veertig dagen verzocht wordt in de woestijn en als laatste, als het volk van Israël veertig jaar door de woestijn trekt, met hemels brood (manna) om te eten. Deze episode is een soort herbeleven door de profeet, van wat en Mozes en het volk van Israël, hebben meegemaakt.
Voor onze tijd?
Het getal veertig, wordt in de bijbel vaak gebruikt, om een generatie aan te duiden. Wij moeten ook nog even naar de symbolen kijken die genoemd worden. Waar Elia letterlijk brood en water van de engel kreeg, daar was het voor de kerk tijdens de grote vervolging van de 1260 letterlijke jaren, vooral geestelijk voedsel wat ontbrak. Het water staat dan weer voor het water des levens waar Jezus keer op keer naar verwijst. Dat de profeet zomaar in de woestijn gaat liggen slapen, verwijst naar de tijd tijdens en na de reformatie toen de kerken dachten de boodschap te hebben gebracht. Na ongeveer een eeuw het ware evangelie te hebben verkondigd, vielen de protestantse kerken in slaap, men was nog steeds in de woestijn van deze wereld, maar zij vielen (allemaal) in slaap. Waar het in het begin vooral sola scriptura heette, werden de theologische verschillen belangrijker dan de bijbel. Men had door moeten lopen in de richting van de berg Horeb. Daar stond God te wachten om hen een beter begrip te geven van de betekenis van Zijn wet, die niet anders is dan een beeld van wie Hij is.
Er moest een nieuwe ontmoeting komen tussen een profetische geloofsgemeenschap, en de Schepper God, die is er gelukkig ook gekomen, en iedereen kan daar deel van uitmaken. Ik zou zeggen op naar Horeb.
Piet Westein.