Zowel in het eerste als in het tweede boek van de koningen van Israël komt er een geschiedenis voor van een weduwe die in grote moeilijkheden verkeert en niets anders heeft dan een kruikje met een paar druppels olie.
De weduwe te Sarfath
De eerste geschiedenis vindt plaats als Elia profeet is voor het tien stammen rijk in het noorden van Israël. Koning Achab en koningin Izebel regeren, zij verleiden het volk om de Baäl en de Astarte te dienen in plaats van de God van Israël. God heeft door Elia een grote, jarenlange droogte aangekondigd, om het volk tot inkeer te brengen. Die droogte veroorzaakt een grote hongersnood, maar het volk bekeert zich niet. De koning zoekt Elia, de aankondiger van deze droogte, om hem te doden, maar Elia weet zich in Israël te verbergen bij de beek Kidron. Hij drinkt uit de beek, en de raven brengen hem brood en vlees, totdat de beek opdroogt.
God vertelt hem om naar het Noorden te vluchten, waar Hij een plaats voor hem heeft bereid. Als hij daar na de reis aankomt, ziet hij dat ook daar honger heerst. Wanneer hij een vrouw aanspreekt en om eten vraagt, dan vertelt zij hem dat zij net genoeg meel en olie heeft voor haarzelf en haar zoon om een broodkoek te bakken, als dat op is moeten wij sterven zegt zij. Elia zegt haar om eerst voor hem een broodkoek te maken en daarna voor haarzelf en haar zoon.
Zij luistert naar de profeet en ziet dat noch de olie in de kruik noch het meel opraken. Zij kan zowel zichzelf, haar zoon, alsook de profeet al de tijd van de droogte te eten geven. Tijdens het verblijf van Elia bij deze weduwe overlijdt haar zoon. De weduwe zegt dat dit komt omdat de profeet bij haar is komen wonen en haar zonden bekend heeft gemaakt. De profeet is zeer ontdaan over wat er met de knaap is gebeurd en hij bidt God om hem weer tot leven te wekken. Daar dit verhaal over een profeet gaat, en er kennelijk een groot wonder gebeurt, moeten wij dit ook proberen profetisch uit te leggen.
Uitleg
Een vrouw in de profetie is altijd een geestelijke macht. In dit verhaal heeft de vrouw een zoon die sterft en weer uit de doden wordt opgewekt. Dit kan niet anders dan een verwijzing zijn naar de dood en de opstanding van Jezus. In dit verhaal hebben wij te maken met een kerk (de vrouw) die gelooft in de dood en opstanding van Christus en van wie het leven verweven is met een profeet.
Zij geeft letterlijk alles wat zij heeft om het profetisch werk mogelijk te maken. En wat heeft zij? Olie en meel waar zij brood van bakt, de olie staat in de profetie altijd voor de Heilige Geest, het brood verwijst naar Jezus. Hij wordt immers geboren in Het Huis van Brood (Bethlehem). De droogte weten wij duurt drie en een half jaar, precies zolang als de tijd van Jezus dienstwerk hier op aarde.
Zowel in die tijd in het oude testament als nu in onze tijd hebben wij te maken met grote afval binnen de kerk van God. Toen was er een letterlijke droogte, nu hebben wij te maken met een geestelijke droogte, een wereldwijde afval van de kerk van Christus. De mensen sterven geestelijk omdat het evangelie niet meer in zijn volle omvang gepredikt wordt. Het wordt hoog tijd dat er een (Spade) regen van God komt om het hart van de mensen weer vruchtbaar te maken voor het evangelie zaad, zodat de boodschap noch eenmaal wortel kan schieten en vrucht dragen. In de tijd van Elia gebeurde dat na een grote strijd op de berg Karmel, (Armageddon) als het hele volk van Israël kiest om God te dienen. Hoe zal dat nu gaan, moeten wij nu niet ook uit onze schulp kruipen en de god van deze wereld confronteren met de boodschap van het evangelie?
Die andere weduwe
In het tweede boek van de Koningen van Israël zien wij een andere weduwe en een andere profeet. Dit is de profeet Eliza, ook hij profeteert in het noordelijke tienstammen rijk, ook hij is een wonder profeet, veel van zijn daden lijken dan ook sterk op die van Elia.
Hier hebben wij te maken met een weduwe die twee zonen heeft, en het is zij die met een probleem naar de profeet toegaat. Haar probleem is dat haar man gestorven is met het achterlaten van een grote onbetaalbare schuld. Nu is er een schuldeiser die haar beide zonen mee wil nemen en hen als slaaf wilt verkopen. Dit zou haar achterlaten zonder de mogelijkheid om voor zichzelf te zorgen. Zij vraagt de profeet Eliza om hulp. In plaats dat hij haar helpt, of haar schulden betaalt, vraagt hij haar wat zij zelf heeft. Het antwoord is, uw dienstmaagd heeft niets, dan een klein kruikje olie.
Nu zet de profeet haar en haar beide zonen aan het werk, de zonen moeten de hele buurt rondgaan om lege kruiken te verzamelen, zoveel als zij maar kunnen vinden. Als zij klaar zijn met dat werk, krijgt de vrouw de opdracht om het kleine kruikje met olie te pakken en de kruiken van de buren te vullen. Ook hier geschiedt een groot wonder, in dat de olie maar door blijft stromen, totdat de kruiken vol zijn dan houdt de olie op met stromen. De profeet geeft nu de opdracht om de olie te verkopen, de schuld te betalen en van wat over is te leven.
Uitleg
Zoals in het vorige verhaal staat ook hier de vrouw weer voor een religieuze macht, hier de kerk van christus door alle eeuwen heen. De heer van de kerk is dan wel weer opgestaan uit de dood, maar hij heeft Zijn kerk hier wel op aarde achter gelaten. Wij als individu en als kerk hebben een onbetaalbaar grote schuld, die wij hoe hard wij ook werken nooit af kunnen lossen. De schuldeiser, in dit verhaal is dan satan, die ons dag aan dag aanklaagt voor God, en tegen zijn aanklacht kunnen wij niets inbrengen. De profeet, in dit verhaal Eliza, kan ook de schuld niet wegnemen, hij wijst slechts naar de oplossing. De realisatie die deze vrouw (de gemeente en ik als individu) heeft dat zij niets aan haar behoud kan bijdragen, is eigenlijk het begin van de oplossing. Toen Jezus opvoer naar de Vader zei Hij dat Hij een andere Trooster zou zenden, de Heilige Geest, in dit verhaal de olie in de kruik.
De kerk heeft alleen de Heilige Geest en het woord van de profeet (de bijbel). Op het moment dat zij luistert naar de bijbel en zich laat gebruiken door de Geest, verandert haar toestand. In het verhaal moeten de zonen van de vrouw lege kruiken bijeen brengen. Wij, de leden van de kerk moeten mensen in de kerk brengen die het evangelie nog niet kennen, zodat zij gevuld kunnen worden met de Geest (de olie). Wij die het woord kennen en de Geest hebben zijn schuldenaar van iedereen die de Geest nog niet heeft. Wij zien dat de olie (de Geest) slechts stroomt als wij Hem wegschenken, en Hij stopt op het moment dat wij Hem niet meer aan anderen doorgeven.
Zolang er nog mensen zijn die Christus niet kennen, en Zijn Geest nog niet hebben, blijven wij, die het evangelie kennen, schuldenaars van alle mensen die de verlossing nodig hebben. De opdracht is duidelijk, laten wij de Olie (de Geest) laten stromen zodat alle kruiken (de mensen) gevuld zullen worden met de kennis van God en Zijn Geest bezitten.
Piet Westein