01. Twee gezalfde koningen - Onweer met Pinksteren

RÍCHTER SAMUEL, GEEFT HET STOKJE OVER AAN KÓNING SAUL.

Samuël is oud geworden, ook is er geen andere richter door God aangewezen. Het volk van Israël heeft God duidelijk laten weten, dat zij geen genoegen zullen nemen met weer zo’n richter, die zij al 500 jaar lang hebben gehad. Nu willen zij een kóning. Zij willen net zo zijn als de rest van de wereld. Tot nog toe lijkt het goed te gaan, als Saul zijn leger bijeen roept doet hij dat aanvankelijk in de naam van de richter Samuël én koning Saul. Maar nu geeft Samuël hem, Saul, te verstaan dat hij als richter met pensioen gaat. Samuël zegt: Ik ben oud en grijs geworden en mijn zonen zijn volwassen, mijn werk is volbracht.

 

ARME DIENAREN RIJKE HEERSERS.

Als Samuël de leiders van het hele volk bijeen geroepen heeft, legt hij hen een aantal vragen voor. Hij begint met te zeggen dat hij vanaf zijn vroegste jeugd hen als voorbeeld heeft gediend. Toen zij om een koning vroegen heeft hij hun verteld dat die koning tien procent van hun inkomen zou eisen. Hij zou een deel van hun vee nemen en hun zonen en hun dochters zouden voor hem moeten werken. Zij, als volk zouden verarmen en die koning zou zich verrijken. Zij zouden dienaren zijn en hij zou over hen heersen. Bij dat alles konden zij niet klagen, want zijzelf wilden een koning die over hen zou heersen, en niet een richter die hen diende.

Daarna vraagt hij het volk of er ook maar één mens is, die hij bedrogen heeft of onheus behandeld. Hij vraagt hen of hij één van die dingen heeft gedaan waarop de koning recht kon doen gelden. Samuël wilde het volk duidelijk laten zien dat er een einde was gekomen aan het tijdperk van een dienende God. Zij waren nu overgeleverd aan een aardse koning. Aardse koningen hebben van nature een gevallen karakter, zij kunnen er voor kiezen om door de Geest van God te worden geleid en het volk te dienen of zij kunnen luisteren naar de tegenstander van God en heersen.

Dit probleem is van alle tijden. Of het nu gaat om een vader in zijn gezin, of om een directeur van een zaak, of een predikant in een kerk. Zij kunnen die macht gebruiken om te dienen of om te heersen. Het probleem ligt in onze gevallen natuur. Wij zijn niet altijd even goed of even slecht, op ons best zijn wij een vat vol tegenstellingen. Volgens de apostel Paulus is, als wij het goede zoeken het kwade ons nabij.

Het volk van Israël zou deze dingen allemaal nog ervaren. Tot nog toe konden zij niet echt klagen. De koning had hun net verlost uit de hand van de vijand. Hij luisterde naar de influisteringen van de Geest van God, ook steunde hij op de profeet Samuël en deed nauwgezet wat hij zei. So far so good.

Hierna begint Samuël de geschiedenis van het volk van Israël te vertellen, vanaf de tijd dat zij uittrokken onder leiding van Mozes en Aaron. Al de wonderen die God voor hun ogen had gedaan. Hij vertelde hun van al de keren dat zij in doodsnood tot God hadden geroepen en Hij hen een richter had gezonden om hen te redden. Tot en met Nachas de koning van de Ammonieten, dat laatste hadden zij met hun eigen ogen gezien. Samuël eindigt met de oproep om God te blijven dienen dan zal Hij hen ook onder een koning zeker leiden.

 

DONDER EN REGEN IN DE TIJD VAN DE TARWEOOGST.

De tijd van de graanoogsten in Israël was verdeeld in twee tijden. Eerst kwam de gersteoogst, dat was met Pasen. De tarweoogst was rond het Pinksterfeest. Rond deze oogsttijden is het in het Midden-Oosten erg droog en heet weer. De profeet Samuël gebruikt dit fenomeen dat bij iedereen bekend was om het volk wat aanwezig was een teken te geven. Samuël zegt hoewel het nu de tarweoogst is, zal ik de Here bidden dat Hij regen en donder zal geven. Dit was zo tegennatuurlijk dat het hele volk in paniek raakt. Na dit onweer bekeert het volk zich en belijdt zijn zonden. Samuël belooft hun dat hij niet zal ophouden voor hen te bidden.

 

DE VELDEN ZIJN WIT OM TE OOGSTEN

Wij als kerk van Christus wachten op onze Koning. Hij zal komen met al Zijn heilige engelen om de tarwe [de gelovigen] te oogsten. Hij zal hen meenemen naar Zijn hemelse schuren. Maar voor dat dit kan plaatsvinden moet Zijn kerk deze wereld nog eenmaal waarschuwen. Hoewel de velden wit zijn om te oogsten, zal er nog eenmaal een uitstorting zijn van de Heilige Geest met zo’n kracht als met de eerste Pinksterdag in Jeruzalem. Toen kwam de Geest met vuur en wind, de hele wereld werd toen binnen één generatie gewaarschuwd door de kracht van de Geest en het woord. Nu is de belofte dat deze Geest Zich nogmaals zal manifesteren. In de bijbel wordt dat de late regen genoemd waar de eerste Pinksterdag de vroege regen is.

De tarweoogst in de tijd van Samuël kunnen wij hier zien als een type van onze tijd. Bij Samuël was er sprake van een letterlijke regen en onweer. Zoals u weet is er bij onweer sprake van vuur en water wat tegelijkertijd uit de hemel neervalt. Ook nu zal het vuur van God Zijn gemeente in vuur [de Geest] en vlam moeten zetten om met luide stem [de donder] die boodschap in korte tijd over de hele wereld te laten horen. Doet u Mee?

 

Piet Westein

 

P.S.

Saul heeft het tot nu toe helemaal niet gek gedaan. Hij heeft steeds goed geluisterd naar God en naar Samuël Zijn profeet. Saul heeft de vijanden van Gods volk verslagen en is daarbij ook nog nederig gebleven. Ik hoop dat ook wij in onze tijd zo kort voor de wederkomst naar God en Zijn profeet zullen willen luisteren. [Desnoods met een gehoorapparaat].