05. Simson - Delila

imson en Delila

Simson is weer eens in het land van de Filistijnen, in het dal van Sorek (voortreffelijke wijn) om precies te zijn. Hier valt zijn oog op een vrouw genaamd Delila (verleidster). Je vraagt je af, wat een door de Heer geroepen Nazarener en richter van het volk Israël doet in een vallei waar zulke goede wijn is. Hij mocht daarvan niets nuttigen toch?

Hij ontmoet deze verleidelijke vrouw niet alleen, hij wordt ook smoor verliefd op haar. Zijn liefde voor haar is zo groot, dat de Filistijnen besluiten de vrouw om te kopen, om achter het geheim van zijn kracht te komen. Ieder van de vijf stadsvorsten van de Filistijnen besluit haar elf honderd zilverstukken te geven, als zij hem kan overhalen haar zijn geheim mee te delen. Dat zou betekenen dat zij vijf en vijftig honderd zilverstukken zou krijgen, een voor die tijd ongelofelijke hoeveelheid geld. (Jezus werd verraden voor dertig zilverstukken).

Zij zou hierdoor op slag schatrijk zijn. Delila werpt dan ook al haar charmes in de strijd, maar zij dié misleidt, wórdt misleidt. Simson zegt haar, dat zeven verse pezen hem krachteloos zouden maken. Maar als zij hem gebonden met deze pezen aan de Filistijnen wil overdragen, (deze liggen te wachten in haar binnenkamer), verbreekt hij de boeien en jaagt zijn vijanden het huis uit.

Delila geeft de moed niet op, Zij beticht Simson van bedrog en leugens. Zij kon dat weten, want zij zelf was daar meesteres in. Hij stelt voor dat zij het probeert met zeven nieuwe touwen. (Waarom toch telkens dat getal zeven?) Doch ook gebonden met zeven nieuwe touwen, verbreekt Simson zijn boeien en moeten de Filistijnen weer vluchten.

Weer is Delila boos op Simson, je houdt helemaal niet van mij zegt ze, zij probeert hem weer over te halen haar mee te delen hoe hij gebonden kan worden zodat hij weerloos zal zijn. Simsons standvastigheid begint te wankelen. Tot nog toe heeft hij haar niets verteld over het verbond wat hij heeft met God. Nu vertelt hij Delila dat zijn kracht zit in wat er met zijn haar gebeurt. Hij zegt: Als men de zeven haarvlechten van mijn hoofd met de schering van een weefgetouw samen weeft, zal mijn kracht wijken. Dit komt al gevaarlijk dicht bij de waarheid. Ondanks dat Simson steeds verder in de macht van deze verdorven vrouw raakt, verlost God hem ook deze keer weer uit de hand van de Filistijnen.

 

Zeven dreadlocks

Dag in dag uit probeert Delila Simson zover te krijgen haar de bron van zijn kracht mee te delen. Als wij het in Bargoens Nederlands zouden vertalen, zou daar staan: Hij werd er doodziek van, hij kon niet meer tegen dat voortdurende gezanik. Hij vertelt haar dat zijn kracht in de vlechten van zijn haar zit. Als men de haarvlechten af scheert hoeft men hem zelfs niet meer te boeien, want daarna zou zijn kracht zijn als die van ieder ander. De verleidster beseft dat Simson deze keer haar al zijn geheimen heeft verteld.

Zij laat dit aan de stadsvorsten weten, deze komen en dit keer nemen zij het geld mee, want zij weten dat zij hem deze keer kunnen overweldigen. Simson legt zijn hoofd ter ruste op de knieën van deze heidin. Dit zal de laatste nacht zijn die hij in vrijheid doorbrengt. Als hij slaapt komt de kapper om zijn haarvlechten af te scheren. Daarna roept zijn verraadster, Simson daar komen de Filistijnen. Als Simson opstaat denkt hij de Filistijnen weer te overwinnen zoals de vorige keren. Doch de kansen zijn gekeerd. Nu zijn het de Filistijnen die hem de baas zijn en gevangen nemen, zij steken hem zijn ogen uit, en boeien hem met twee koperen kettingen.

Groot is het feest dat deze onbesneden heidenen vieren. Hun god Dagon heeft hen de overwinning over deze plaaggeest gegeven, zeggen zij. Twintig jaar heeft deze Israëliet hen het leven zuur gemaakt. Talrijk zijn de doden die door de hand van deze man zijn gevallen. Hun wraak zal zoet zijn. Néé! Doden zullen zij hem niet, dat zou veel te snel gaan, als dwangarbeider zal hij voor hen in de gevangenis de graanmolen draaien, de rest van zijn leven. Iedere feestdag van hun god Baal kunnen zij hem voor hen laten spelen als een kermis attractie.    

 

Wat voor nieuwe inzichten brengt ons deze geschiedenis?

De vrouw staat zoals wij inmiddels wel weten voor een religieuze macht. In dit geval zal dat een kerk zijn die net als de vissengod Dagon, priesters heeft die zich kleden als een vis en zich tooien met een hoofddeksel in de vorm van een vissenkop. Als u een geloofsgemeenschap vindt die deze dingen heeft, heeft u de juiste (verkeerde) kerk. Zij wordt in onze tijd Babylon, moeder van de hoeren (afvallige kerken) genoemd (Op. 17:5). In de dagen van Jezus zien wij een deelvervulling in de dood van Johannes de doper.

 

Een jaloerse hoer

Ook Johannes de doper, is net als Simson, al voor zijn conceptie door God geroepen tot het Nazireeërschap. Ook aan hem heeft de kapper geen klandizie. Wijn en onrein voedsel zijn ook voor hem taboe. Ook Johannes heeft een tegenstander, zijn naam is koning Herodes. Deze Herodes, leeft in overspel met zijn schoonzus. Als Johannes hem daarvoor waarschuwt, wordt deze vrouw, genaamd Herodias, zijn vijandin die hem verraadt en zijn dood bewerkstelligt. Hier zien wij een religieuze macht (Herodias), en een politieke macht, (Herodes) die de ware gelovige, (Johannes) als hij evangeliseert vervolgt. Wij zien dat bij Simson (de ware gelovigen) en Delila (de afvallige kerk) en de stadsvorsten (de politieke macht) van de Filistijnen, die samen Simson vervolgen. De één kan niet zonder de ander.

Ook in de eindtijd, onze tijd, moeten wij zoeken naar het moment dat de wereldwijde, afvallige kerk met de politieke leiders wetten gaan uitvaardigen die de verkondiging van het evangelie onmogelijk dreigen te maken.

 

Wij zitten nog even met dat getal zeven

 Als wij naar de daden van Simson kijken zien wij vooral zijn voorliefde voor dames van lichte zeden. Zeg maar gewoon hoeren. Hij is daardoor constant in overtreding van het zevende van de door God gegeven tien geboden. Nu wordt in de bijbel afgodendienst ook overspel genoemd. Simson wijkt steeds verder af van de door God gegeven regels voor zijn leven. Die zeven haarvlechten zitten op zijn hoofd natuurlijk. In ons hoofd zetelt onze morele wil. Daar kiezen wij of voor de God van de hemel te dienen (en sabbat vieren) of de god van de duisternis (en de zondag te houden). Simson wijkt stap voor stap steeds verder af van Gods plan met hem, totdat hij helemaal in de hand is van de vreemde vrouw. Zij sust hem in slaap en verbreekt zijn verbond met God. Dat getal zeven is natuurlijk ook een verwijzing naar de zevenduizend jaar van deze wereldgeschiedenis. Dit is het volmaakte getal van de Schepper God.

 

Ja, maar ik was dronken

Het komt bij de Nederlandse rechtbanken regelmatig voor, dat de misdadiger ter verdediging aanvoert dat hij ten tijde van zijn misdaad onder de invloed was van bedwelmende drank, hij was daarom niet in staat de consequenties van zijn daden te overzien. In veel gevallen krijgt hij daardoor ook  een verminderde straf, zelfs als hij iemand doodrijdt. De realiteit is echter dat die drank welbewust wordt ingenomen. Men blijft daardoor onverminderd schuldig.   

Driemaal laat Simson zich in zijn slaap vast binden, en de vierde maal zelfs zijn haar afscheren. Nu kun je zeggen dat hij een vaste slaper was, maar het lijkt mij te onwaarschijnlijk dat hij niet wakker zou worden onder normale omstandigheden. Ik denk dat wij moeten kijken naar de naam van de  plaats waar hij zich bevindt. Dat is het dal van de voortreffelijke wijn. Ik denk dat het binden van Simson slechts mogelijk was, als Delila hem ‘s avonds eerst veel van die wijn te drinken gaf zodat hij in een zware roes was. Als dat zo is, dan is dat een dubbele overtreding van zijn verbond met God. Hij houdt zich dan niet aan de voedingsvoorschriften voor zijn leven én hij breekt de tien geboden.

De bijbel waarschuwt ons om in de eindtijd niet de wijn van Babel te drinken, zodat wij geen onderscheid meer kunnen maken tussen goed en kwaad. Wat er in de tijd van Simson waarschijnlijk letterlijk gebeurde, daar moeten wij op onze hoede zijn dat ons dat niet geestelijk overkomt. Blijf weg van die vreemde vrouwen, dat is afvallige kerken, zij zullen ons de handen binden en aan de vijand overleveren.

 

    Piet Westein

 

P.S.

Let op dat deze door God zelf geroepen Richter, een teken krijgt aan zijn hand (hij wordt gebonden) en aan zijn (voor)hoofd zijn verbondshaar gaat er af. Laten wij ons houden aan het verbond wat wij met God gesloten hebben in de doop. Laten wij daarbij alleen het teken van God aan én onze hand én aan ons voorhoofd dragen.