01. Lucifer de gevallen engel
“Volmaakt van schoonheid, vol van wijsheid”. Ezechiël 28:12-15
De wet van liefde is de grondslag van Gods bestuur en het geluk van alle denkende wezens hangt af van hun instemming. Hij schept geen behagen in gedwongen gehoorzaamheid en iedereen geeft Hij de vrijheid om te kiezen, zodat ze uit vrije wil Hem kunnen dienen. Zolang alle geschapen wezens deze liefdeband erkenden, was er in Gods heelal een volmaakte harmonie.
Lucifer, de lichtdrager of morgenster, was de hoogste van alle geschapen engelen, de meest geëerde. Hij was prachtig, intelligent en had de hoogste positie dicht bij Gods troon.
Hij ontwikkelde trots, jaloezie en ambitie, want hij vroeg zich af waarom Christus, de Zoon van God, een hogere positie had dan hijzelf. Hij wilde zelf ook meer macht en autoriteit. Hij wilde niet erkennen dat Christus boven hem stond. Lucifer verlangde naar de eer en de aanbidding die alleen God toekwam. Dat was het begin van zijn rebellie. Er ontstond een strijd in de hemel, niet met wapens, maar met argumenten. Één derde van de engelen koos ervoor om Lucifer te volgen. Zij kwamen in opstand tegen God. Uiteindelijk werden zij uit de hemel geworpen.
God had Lucifer kunnen vernietigen op het moment dat hij zondigde. Maar God deed dat niet. Als Hij dat wel had gedaan, zouden de andere wezens in het universum Hem mogelijk zijn gaan gehoorzamen uit angst in plaats van uit liefde en vertrouwen. Het kwaad moest zich ten volle openbaren, zodat iedereen met eigen ogen kon zien wat de uiteindelijke gevolgen van rebellie tegen Gods liefde en orde zijn. Alleen door de volledige ontwikkeling van het kwaad werd zichtbaar hoe groot het contrast is tussen Gods goedheid en de vernietigende werking van de zonde. Op die manier kon het hele universum met zekerheid vaststellen dat God rechtvaardig, wijs en liefdevol is in alles wat Hij doet.
Dit is de kern van het kosmische conflict tussen Christus en Satan, tussen waarheid en leugen.
“Michaël en zijn engelen vochten tegen de draak. De draak en zijn engelen vochten terug, maar zij waren niet sterk genoeg…..De grote draak werk neergeworpen: de oude slang, die ook wel duivel of satan wordt genoemd.” -Openbaring 12:7-9
Zo werd Lucifer Satan, de tegenstander van God en de verleider van de mens.
“Zijn verlangen was niet om God te dienen, maar om als God te zijn”. Jesaja 14:13-14.
Gerda Huizinga