Deel 2: de tweede opstanding
En Hij die op de troon zit, zei: "Ik maak alles nieuw." En Hij zei tegen mij (Johannes): "Schrijf het allemaal op, want wat Ik zeg is waar en betrouwbaar." (Openbaring 21:5)
Hoe zit het met de goddelozen, de mensen die niet voor God hebben gekozen, die Zijn liefde hebben afgewezen? Helaas vinden veel mensen het Goede Nieuws van verlossing helemaal geen goed nieuws. “Het bericht dat Christus voor ons aan het kruis is gestorven, klinkt de mensen die verloren gaan als onzin in de oren, maar voor ons die gered worden, is het de kracht van God.” ( 1 Korinthiërs 1:18) Het is dezelfde boodschap die heel verschillend wordt ontvangen, afhankelijk van iemands reactie op Gods oproep. Voor sommigen is het slechts een dwaze oude mythe waar ze geen belangstelling voor hebben. Als wij het afdoen als een nutteloos sprookje zal de komende werkelijkheid echt vreselijk zijn!
Bij de wederkomst van Christus worden de levende goddelozen gedood en de goddelozen doden blijven in hun graven. Openbaring 19:21: “En de overigen werden gedood door het zwaard (het Woord) uit de mond van Hem (Jezus) die op het paard zat.” Op geen enkele wijze kunnen de goddelozen bestaan voor de heerlijkheid van Christus’ verschijning en Zijn gevolg van duizenden engelen (Jeremia 25:33). De rechtvaardigen zijn in de hemel en alle goddelozen zijn dood. Iedereen is weg. Alles is totaal verwoest! (Jeremia 4:23-26). De goddelozen die dood zijn, worden pas weer opgewekt na duizend jaar (Openbaring 20:5).
Wat gebeurt er hier op aarde terwijl de heiligen met Christus regeren in de hemel gedurende de duizend jaar?
Johannes beschrijft het zo in Openbaring 20:1,2: “Toen zag ik een engel uit de hemel komen die de sleutel van de onderwereld (afgrond) en een zware ketting in zijn hand hield. Hij pakte
Satan en boeide hem voor duizend jaar.”
Het Griekse woord dat wordt vertaald met “afgrond” is abyssos. Dit betekent een heel diepe plaats. Een woeste en lege plek met duisternis over de oppervlakte van de afgrond (zie ook Genesis 1:2). Deze wereld zal als een bodemloze afgrond zijn voor Satan en zijn gevallen engelen. Deze aarde wordt duizend jaar de gevangenis van Satan. Door een keten van omstandigheden zit hij op deze aarde vast. Hij kan niemand meer verleiden of vernietigen. Het hele universum zal toezien en getuigen van de verschrikkelijke waarheid, terwijl Satan geconfronteerd wordt met de afschuwelijke gevolgen van de opstand.
“Als die duizend jaar voorbij zijn, zal Satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. Hij zal erop uitgaan om de volken van de vier windstreken te misleiden en aan te zetten tot oorlog.” (Openbaring 20: 7,8)
Wie gaat Satan misleiden? Er is toch niemand?
Er vindt nog een belangrijke gebeurtenis plaats aan het einde van die duizend jaar, nl. de tweede opstanding!
Openbaring 20:5: “De rest van de doden werd pas weer levend na die duizend jaar.” Ontelbare goddelozen zullen opstaan. Openbaring 20:8 zegt: “ Een menigte zo talrijk als het zand van de zee.” Satan verzamelt hen van over de hele aarde in een enorm leger.
Op datzelfde tijdstip komt het nieuwe Jeruzalem met Christus en de heiligen op aarde. Johannes zag de heilige stad uit de hemel naar beneden komen, bij God vandaan. Hij hoorde een luide stem vanaf de troon zeggen: “Gods woonplaats is nu bij de mensen, Hij zal bij hen wonen” (Openbaring 21:2,3). Deze stad wordt het doelwit van Satans woede. Dit is de laatste aardse strijd! De legers van de hel bestormen de stad uit de hemel.
“Maar er kwam vuur uit de hemel dat hen verteerde.” ( Openbaring 20:9) De strijd is voorbij! “Het graf en het dodenrijk werden in de poel van vuur gegooid. Dat is de tweede dood.” (Openbaring 20:14). Als iemand niet blijkt ingeschreven te zijn in het levensboek, wordt hij in de poel van vuur geworpen (vers 12,13). Hier zien we het laatste drama van de aarde, een opwekking die niet blijvend is. Een opwekking uit de dood die zal leiden tot de eeuwige dood. Het is bijna onmogelijk om een idee te krijgen van zo’n besef van verlies.
“En de duivel die hen heeft misleid, werd in het brandende zwavelmeer gegooid”. (vers 10) Zo komt er een einde aan hem die eens “lichtdrager” (Lucifer) werd genoemd. Hij was onsterfelijk, maar stond op tegen God en door zijn zondeval werd hij sterfelijk.
Het vuur dat de goddelozen vernietigt, reinigt ook de aarde. God gaat de aarde opnieuw maken zoals het was in de hof van Eden. Johannes zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. De tegenwoordige hemel en aarde waren er niet meer, en ook de zee was verdwenen (Openbaring 21:1). God zal onder de mensen wonen. Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen. Er zal geen dood meer zijn (vers 3,4). Wat een heerlijk vooruitzicht is er voor Gods kinderen weggelegd. Bent u/ben jij er ook bij?
“Hij die dit alles bekend heeft gemaakt, zegt: “Ja, Ik kom spoedig.” Amen. Ja, Here Jezus kom!” (Openbaring 22:20)
Gerda Huizinga