Het brood des levens.
In Johannes 6:35 zegt Jezus: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren. Als Jezus dat zegt gebruikt Hij daar de Godsnaam, Hij zegt eigenlijk Ik ben de Ik ben.
Bethlehem
Jezus wordt geboren in een stad die de naam Bethlehem draagt, Broodhuis. Hier zou de Schepper God als kind worden geboren. Hij die Israël verzadigde met manna uit de hemel, kwam hier als het brood des levens. Het is geen toeval dat Hij door Zijn moeder in een voerbak gelegd werd, Hij is degene waarop wij ons dagelijks moeten voeden, en als wij verzadigd zijn zullen wij Hem loven voor Zijn grote daden.
De heilsgeschiedenis
Door de hele bijbel heen speelt brood in zijn letterlijke en in zijn geestelijke betekenis een belangrijke rol. Dat begint al in Genesis 3:18, daar staat: In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten. Adam en Eva kenden tot op dat moment het begrip brood nog niet, zij aten vruchten, zaden en noten. Dit was de eerste verwijzing naar Jezus als het Brood des levens. Tot de zondeval hadden zij ongelimiteerde toegang tot het Brood des levens (Jezus), nu zouden zij dat brood des levens met veel pijn en moeite eten, tot alles weer hersteld zou worden in het nieuwe koninkrijk.
Ook in Lucas 14:15 staat: Zalig wie brood eten zal in het koninkrijk Gods. Daar zien wij dat zowel bij de schepping als de herschepping het begrip brood een belangrijke (geestelijke) rol speelt. Laten wij zien of er ook profetische verwijzingen zijn te vinden in de verhalen waar brood een belangrijke rol in speelt.
Abraham en Melchizedek.
Deze geschiedenis speelt zich af als Abraham terug komt van het verslaan van de koningen uit het Oosten, die zijn neef Lot en de koningen van Sodom en Gomorra gevangen genomen hadden. Na zijn neef en de koningen van Sodom en Gomorra te hebben bevrijd, ontmoet hij de Koning van Salem, (het latere Jeruzalem) die Abraham tegemoet komt met brood en wijn. Dat brood en die wijn zijn op dat moment letterlijk brood en wijn, maar zij zijn ook tegelijk een verwijzing naar het avondmaal, het lichaam en het bloed van Christus. Later in de bijbel wordt van deze Melchizedek gezegd dat hij een beeld is van Jezus. (Hij is waarschijnlijk Sem de zoon van Noach, die toen nog in hoge ouderdom, leefde).
Als Abraham de oorlog gewonnen heeft, geeft hij iedereen de vrijheid weer en vraagt niets daarvoor in de plaats, dit is een beeld van de verlossing die wij allemaal in Christus kennen, wij zijn verlost uit de klauwen van satan en zijn vrij om God te dienen of niet. Kiezen wij voor Christus dan hebben wij het eeuwige leven, kiezen wij voor ons zelf dan volgt uiteindelijk de eeuwige dood. Hier zien wij dat Sodom en Gomorra om niet verlost worden, maar die verlossing niet waarderen, maar doorgaan met zondigen en uiteindelijk de dood als consequentie ervaren, wanneer de steden van de vlakte door vuur en zwavel worden verbrand. Ook aan hen werden dat brood en die wijn (het lichaam en het bloed van Christus) om niet aangeboden, maar zij hebben zich daarmee niet gevoed.
Lot
Als later in de geschiedenis Jezus en twee van Zijn engelen bij Abraham langs komen, dringt hij bij hen aan om bij hem te eten. Hij laat van drie maten meel drie broden bakken, die hij hen voorzet. Als de twee engelen later in Sodom komen doet Lot hetzelfde, hij zet zijn huis voor hen open en bereidt ongezuurde broden. Dat zij ongezuurd zijn, is een vooruitzien naar de uittocht uit Egypte en het offer van Christus. Lot is de enige in Sodom die zich het lot van deze reizigers (engelen) aantrekt, als hij dat niet had gedaan had hem hetzelfde overkomen als de inwoners van Sodom en Gomorra.
Israël
Als het volk van Israël uit Egypte trekt nemen zij ongezuurd deeg mee, en tijdens de avond voor de uittocht eten zij ongezuurd brood. Zuurdesem komen wij later in de bijbel tegen als een beeld van de zonde. Zij moesten als het ware de zonden die zij van de Egyptenaren hadden overgenomen in Egypte achter laten.
Toch was dat brood wat zij zelf maakten en meenamen, een beeld van hun eigen werken plus het werk van God. Uiteindelijk zouden zij door God zelf gevoed worden met hemels brood, daar zat geen inmenging van de mens bij. Veertig jaar lang zou God hen voeden. Hoewel het hier om letterlijk voedsel ging was het toch ook de bedoeling dat zij de geestelijke strekking er van zouden inzien. Het was hen namelijk streng verboden om op de sabbatdag het manna te verzamelen, zij moesten rusten in het volbrachte werk van God.
Zoals Adam rustte in het volbrachte werk van de schepping van deze aarde door God, moesten ook zij rusten in de rust die God gaf. God voedde hen zes dagen en de zevende dag brachten zij Hem daarvoor lof en dank. Dit manna was voor iedereen, voor het volk van Israël, maar ook voor de vreemdelingen die met hen uitgetrokken waren. Zo is het ook met Jezus als het hemels brood, iedereen die wil mag komen en zich voeden met dat hemels brood (het woord van God).
Er waren een paar opmerkelijke dingen met dat manna, je kon het maar één dag bewaren. Als je het langer probeerde te bewaren ging het rotten, dan was het oneetbaar. Een vergelijking met het woord van God (de bijbel) dringt zich op, ook dit kunnen wij niet ongebruikt opslaan, wij moeten ons er dagelijks op voeden. En dan het feit dat het op de sabbatdag wel goed bleef, op die dag viel er ook geen manna.
Ik denk dat dit een verwijzing is naar de eindtijd. Wij leven volgens de bijbel aan het einde van het zesde millennium, waar het volk van Israël op de zesde dag de dubbele hoeveel manna moest verzamelen daar moet het volk van God in deze tijd zich met verdubbelde ijver vullen met het woord van God, dat juist nu overdadig aanwezig is, zodat zij staande kunnen blijven in de verzoekingen van de eindtijd.
Hoe zat het ook al weer met dat kruikje met manna wat Mozes moest verzamelen en voor de ark legde? Waar is dat een beeld van? Dit kruikje met daarin het manna (dat altijd vers bleef) kwam in het heiligdom, bij de verbondskist met daarin de wet van God. Dit kruikje is een beeld van het feit dat wij in Christus in het heilige der heilige zijn, wij zijn de kruik, Hij is het manna dat altijd vers blijft.
Jezus als het Brood des levens
Als wij in het evangelie van Mattheus lezen over de wonderbare spijziging, eerst van de vijf duizend ( Matt 14) en dan van de vier duizend (Matt 15), dan zien wij dat Jezus het brood neemt en het aan de discipelen geeft en die geven dat weer aan de schare. Bij het eerste wonder heeft Hij vijf broden en bij het tweede zeven. Deze twee getallen op zich zeggen niet zoveel maar als je ze bij elkaar optelt en je ziet dan dat het getal twaalf is dan begrijp je dat het verwijst naar de tabernakeldienst.
In het heiligdom stond een tafel met daarop twaalf toonbroden, die op zich verwezen naar de twaalf stammen van Israël, die zich voor altijd in de nabijheid van God moesten weten. Datzelfde geldt ook voor u en voor mij. Wij zijn de geestelijke nakomelingen van de twaalf apostelen, ook wij moeten ons er van bewust zijn dat wij altijd als getuigen voor God hier op deze aarde staan en dat brood des levens uit mogen delen aan iedereen die dat wil ontvangen.
Wat is er voor verschil tussen manna en brood, mogen wij daar wel verschil tussen zien? Het manna kwam direct door een groot wonder van God, het brood dat gebakken werd kwam wel door Gods zegen tot stand, maar er werd ook door de mens aan gewerkt. Er werd geploegd, gezaaid, geoogst, gezift, en uiteindelijk gebakken. Men zou al snel denken dat het door eigen werken tot stand gekomen was. En het is waar, dat zonder dat de mens al dat werk zou doen, er geen oogst zou zijn geweest, het is net zo waar, dat zonder Gods zegen en Zijn regen er geen oogst was gekomen. Maar toch zien wij zowel het manna als ook het brood in de tempel, waarom?
Waar het manna ziet op de God die schept uit het niet, en net als op de scheppingsweek rust op de zevende dag, (Hij gaf op de sabbat dan ook geen manna) daar ziet het brood op de respons van de mens naar de Schepper. Iedere sabbat werden er nieuwe broden in het heiligdom gelegd, maar dat wat er op werd gelegd maakt dat brood zo bijzonder. Er moest wierook op het brood worden gelegd, en dat wierook moest dagelijks op het wierook altaar worden geofferd met de gebeden van het volk Israël. Die gebeden waren een respons van het volk op wat God dagelijks voor Zijn volk deed.
Het manna, als beeld van Jezus, ging achter het voorhang, in de meest heilige plaats. Het brood, wat door de mens was bereid, ging naar her Heilige. Het is een beeld van de respons van de gelovige op het verlossend werk van God. Iedere dag bij het brengen van het zondoffer op de Voorhof ging de priester het Heilige binnen en nam het wierook vanaf de toonbroden, om dat op het gouden wierookaltaar te offeren, terwijl het volk op de Voorhof een dankgebed uitsprak. Daarom zijn die twaalf broden in het Heilige met daarop het wierook een beeld van Gods volk wat hem dankt, voor Zijn verlossend werk.
Wanneer wij het heiligdom bestuderen, als het werk van wat God doet, deed en zal doen voor ons, in Christus, dan moet onze respons wel het loven van God in Zijn heiligdom zijn. Als wij in dat licht de tekst plaatsen waar Jezus zegt : Uw water en uw brood zij u gewis. Dan gaat het niet alleen om ons letterlijke dagelijkse voedsel, maar veel meer om dat water des levens, en dat Brood dat voor ons uit de hemel is neer gedaald, zodat wij er voor eeuwig door gesterkt kunnen worden. Ik stel voor dat wij nu al een begin maken met God te loven voor zijn grote daden, zodat wij dat tot in eeuwigheid kunnen blijven doen. Het is niet voor niets dat de bijbel zegt dat God troont op de lofzangen van Israël.
Piet Westein