04. Esther - Oude rekeningen moeten ook worden betaald

OUDE REKENINGEN MOETEN OOK WORDEN BETAALD.

Kort nadat Esther koningin geworden is, wordt de Agagiet Haman door koning Ahasveros verheven tot een positie van grote macht. Hij kreeg zelfs meer macht dan alle andere dienaren van de koning. Zijn positie is te vergelijken met die van eerste minister in onze tijd. Iedereen die hem zag knielt voor hem met hun gezicht op de grond, zij deden dat op bevel van de koning. Nu was er één man die consequent weigerde om voor hem te knielen. Zijn naam zijn wij al eerder tegengekomen in dit boek, het is Mordechai, de oom van Esther. Hij, Mordechai, is een nakomeling van koning Saul, uit de stam van Benjamin, de eerste koning van Israël. Iedereen die in de poort van het paleis dienst deed vroeg hem waarom hij niet knielde voor Haman, maar hij antwoordde niet op die terechte vraag. 

Het antwoord op de vraag waarom hij niet knielde voor Haman, lag in het grijze verleden. Ongeveer 1000 jaar voor die tijd hadden de voorouders van Haman, de Amalekieten, tijdens de uittocht van het volk Israël uit Egypte, een deel van de Israëlieten afgeslacht. De koning van Amalek die dat op zijn geweten had, was Agag een verre voorvader van deze Haman

God had Zijn volk Israël de opdracht gegeven de Amalekieten geheel te vernietigen. Deze vernietiging gebeurde onder het bewind van koning Saul zo’n 500 Jaar later. Je zou verwachten dat een gebeurtenis van 1000 en 500 jaar geleden al lang vergeten en vergeven zou zijn, maar voor zowel Haman als ook voor Mordechai was dit nóch vergeten, nóch vergeven.

Toen men Haman meedeelde dat Mordechai weigerde voor hem te knielen en dat die weigeraar uit het volk van de Joden stamde, ja dat hij zelfs een nakomeling was van die koning Saul die zijn eigen volk bijna geheel had uitgeroeid, werd hij vervuld met gramschap. [Hij werd spinnijdig]. 

Hij besloot niet alleen Mordechai te doden. Maar iedereen die uit dat vervloekte volk van Israël stamde. Zij waren makkelijk herkenbaar door hun sabbatviering en dat rare koosjer dieet van ze. Als dat allemaal niet genoeg was, kon je dat altijd nog zien aan de besnijdenis die een teken was van het verbond met hun God. Hij, Haman, zou ze dubbel terugbetalen voor wat zij zijn volk hadden aangedaan. Het zou oog om oog en tand om tand gaan. Niemand zou die God van Israël ooit nog aanbidden! Hij gaat naar koning Ahasveros en vertelt hem dat er een volk in zijn koninkrijk is dat zich niet aan de wetten van de Meden en de Perzen stoort, zij aanbidden ook een andere God, waardoor het niet behoort te blijven leven. Haman biedt de koning 10.000 talenten zilver als betaling aan voor het volk van de Joden, zodat hij het in zijn geheel kan uitroeien. 

 

DE DERTIENDE NISSAN

Daar Haman een satan aanbidder is, zoekt hij advies bij zijn heer, Lucifer, door met een paar dobbelstenen te trachten uit te vinden op welke dag deze slachtpartij het beste kan worden uitgevoerd. Het is nog niet zo makkelijk, hij moet het hele jaar dag voor dag langs, tot hij op de twaalfde maand van het jaar, dat is de maand Adar, beet heeft. Haman begint met het werpen van dat lot op de dertiende dag van de eerste maand van het twaalfde jaar van Koning Ahasveros. Dat is de dertiende Nissan.

Zodra het lot [pur] deze dag heeft aangewezen, gaat Haman naar koning Ahasveros toe en zij beginnen een drinkgelag. Hun vijanden zullen aan het eind van het jaar in de twaalfde maand vernietigd worden. Er wordt door Haman, een bevelschrift uitgevaardigd met het zegel van de koning verzegeld. Ahasveros had de zegelring van de koning in bruikleen, en kon daarmee wetten uitvaardigen die niet veranderd of herroepen konden worden. Deze bevelschriften werden door ruiters op snelle paarden over het hele rijk verspreid, van India af tot Ethiopië toe. Heel het Medo-Perzische rijk raakte in grote opschudding vooral onder de Joden was er panische angst. Wie of wat kon hen nu nog redden?  

 

ONZE TIJD?

Ik denk dat wij niet alleen vooruit moeten kijken naar onze tijd, als wij zoeken naar een anti typische vervulling. Misschien moeten wij ook terug kijken, naar wat er met het volk van Israël gebeurde, in de week vóór de uittocht uit Egypte. 

Ook toen werd door de Farao tegen Mozes gezegd: dat als hij hem nog eens zou zien dat hij hem zou doden. In die tijd zou het volk, op bevel van God, uittrekken op de veertiende Nissan. Vanaf de tiende Nissan werd alles al voor die dag voorbereid. De tijd voor die dertiende Nissan was daarom net als nu in het verhaal van Haman een tijd van voorbereiding, en werd de dag van de vernietiging van het volk voorbereid door de vijand van het volk. Zo was het volk van Israël én in Egypte én in Medo-Perzië voorbereid voor het oordeel wat komen zou. 

Wij mogen ons afvragen, hebben wij als volk van God, in deze tijd, nu de wederkomst nadert, ook een vijand die het volk van God apart heeft gezet om het op een van tevoren bepaalde tijd te vernietigen? Hebben de vijanden van God ook nu nog onbetaalde rekeningen liggen die zij betaald willen zien? Wat is er gebeurt met de Katholieke wereldmacht in de zestiende tot de achttiende eeuw, en wie waren toen mede verantwoordelijk voor die dodelijke wond die deze macht ontving, was dat niet het Protestantisme? Zal niet iedereen in de eindtijd die niet naar haar [de Roomse kerk] luistert, en niet voor haar priesters buigt en haar hulde bewijst vervolgd worden? 

Ik denk dat er net als in Egypte en net als het Medo-Perzië van Haman, ook in de eindtijd een religieuze wereldmacht zal zijn die zijn oude rekeningen bij dat sabbatvierende volk van God zal neerleggen. Zij zullen besluiten dat iedereen die het teken van God draagt [de sabbat viert] gedood zal worden. 

                                                            Piet Westein

P.S.

U kunt hier natuurlijk makkelijk onderuit komen, u hoeft alleen maar het teken van de macht van Rome [de zondag] te dragen om onder die vervolging uit te komen. De keus is aan u. Tijdelijk leven hier in het rijk van satan en zijn bondgenoten, of eeuwig leven daarboven. onder de wet van het koninkrijk van God die niet herroepen of veranderd kan worden. De keus is aan u.