Vierhonderd jaar lang had het volk Israël in Egypte gewoond. Vierhonderd jaar ook waren zij beïnvloed door het volk waar zij tussen woonden. Zij aanbaden buiten Jahweh, de schepper van hemel en aarde, ook de goden van Egypte, ook het voedsel van dat land waren zij gaan nuttigen. Het scheelde niet veel of zij waren hun identiteit helemaal kwijtgeraakt. Het is slechts omdat de Egyptenaren hen verdrukten, en hen als slaven behandelden, dat zij een apart volk bleven, een volk met de belofte van een eigen land.
Op het moment dat de vervolging zo erg wordt dat het dreigt uit te sterven, (alle jongetjes moeten gedood worden), komt er een oproep van de God die zij bijna vergeten zijn. Via Zijn knecht, de profeet Mozes, komt de oproep: maak je klaar, ga uit van haar Mijn volk.
Dat uitgaan van het volk van God gaat niet zo makkelijk, sterker nog het lijkt wel een onmogelijkheid. God moet tien maal een waarschuwing geven aan de Egyptenaren voordat zij luisteren en Israël laten gaan. Die tien waarschuwingen noemen wij gewoonlijk de tien plagen, de eerste drie vallen op Egypte én op Israël, de laatste zeven plagen alleen op de Egyptenaren. Hier wordt door God onderscheid gemaakt tussen Zijn volk en Zijn tegenstanders, nu is te zien wie Hem dient en wie Hem niet dient.
De bescherming tegen de laatste plaag is gekoppeld aan twee dingen, het eerste is een uiterlijk teken, men moet het bloed van een lam aan de deurposten smeren, zodat de verderfengel die het land door zou gaan kan zien wie gehoorzaam is en wie niet. Het tweede had met voeding te maken, men moest ongezuurd brood klaarmaken en dat eten met bittere kruiden. Ieder van die dingen had een bijzondere betekenis. Het bloed van het lam zag op de Messias die komen zou, Zijn bloed zou ons rein wassen van alle zonden, zoals het volk van Israël 400 jaar de gewoonten van een zondig volk had gevolgd, en nu door het bloed van het Lam rein verklaard werd. Het ongezuurde brood zag op de nieuwe start die zij moesten maken, het gist was een beeld van de zonde die alles doorzuurt waarmee het in aanraking komt, zij mochten geen gist (Egyptische gewoonten) meenemen. Het ongegiste brood zag op het zondeloze lichaam van Christus, dat verbroken is voor iedereen die Hem accepteert. En tenslotte de bittere kruiden die zagen op de moeilijke tijden die zij in Egypte hadden meegemaakt. Zo was de verlossing uit het slavenhuis van Egypte gelijk ook een beeld van het evangelie, een uittocht uit en de verlossing van de zonde.
Een hemels dieet
Als het volk met grote wonderen is uitgetrokken, en in de woestijn hun meegebrachte eten opgeraakt is, vragen Zij Mozes hoe dat nu verder moet. Als Mozes hun vraag aan God voorlegt zegt God, dat Hij hen brood uit de hemel geven zal. Hij verbindt aan het voedsel (manna) wat Hij geven zal een gebod. Zij mogen het zes dagen per week verzamelen, maar op de zevende dag mag dat niet, dan moeten zij rusten in het werk wat God voor hen volbracht heeft. Dit voedsel wat iedere dag uit de hemel valt, is net als het evangelie een vrije gave van God, het volk kon en hoefde er niets voor te doen om het te ontvangen. Het evangelie van de verlossing door wat God in Jezus voor ons gedaan heeft is er ook iedere dag, ook wij mogen iedere week de sabbat apart zetten en God loven en danken voor Zijn grote daden. Het hemelse manna van nu is het woord van God, de bijbel. Door het dagelijks tot ons te nemen groeien wij op tot een volk van volwassen kinderen van God.
De vleespotten van Egypte
Het volk vaart wél op dit dieet, totdat er een roep komt uit het volk om vlees, (Numeri 11) zij verlangen naar de vleespotten van Egypte. En God geeft hen vlees, een maand lang regent het niet alleen manna, maar ook kwakkels, een soort eenden. Maar nu gaat het verkeerd, het gulzige volk begint de vogels te eten voordat zij het bloed er uit hebben laten lopen. Zij wisten dat God al aan Noach het gebod gegeven had dat iedereen die vlees met bloed at zou moeten sterven. Dat deel van het volk dat het vlees met het bloed at stief dan ook, de bijbel zegt, terwijl het nog tussen hun tanden was stierven zij. De voedselwetten die God geeft, hebben een zegenende werking als wij er naar luisteren, willen wij er niet naar luisteren dan zijn de gevolgen voor ons zelf.
Horeb
Na deze ervaring gaat het volk verder, totdat ze vijftig dagen na de uittocht, bij de berg Horeb, de wet van de tien geboden te horen krijgen, uit de mond van de Almachtige zelf. Wij staan er niet altijd bij stil, maar Mozes krijgt op de berg niet alleen de twee stenen met daarop de tien geboden, hij krijgt daar ook inzage in het verlossingsplan. God laat hem de blauwdruk zien van het heiligdom wat hij bouwen moet. Ook geeft God hem de woorden van het boek Leviticus (de getuigenis) om dat op te schrijven, en in het heiligdom, naast de ark te leggen. In die boekrol van Leviticus staat ook een hoofdstuk, het elfde, waar God stil staat bij het dieet wat hij aan Zijn volk, dat Hij liefheeft, wil geven.
Een ander volk, andere wetten ?
Het is ongeveer drie en een half duizend jaar geleden dat het volk van Israël deze wijze wetten van God kreeg. Zijn deze inmiddels zo verouderd dat zij voor ons niet meer gelden? Is ons lichaam geëvolueerd, zodat wij nu wel vlees met bloed kunnen eten en een gezond en lang leven hebben? Kunnen wij Gods zegen vragen over wat de Schepper ons afraadt te eten in Zijn woord? Onze God is een eeuwig en onveranderlijk God, en Zijn wetten zijn ook eeuwig en onveranderlijk. De overtreding van Zijn wetten heeft ook nu nog consequenties. Omdat wij nu niet direct doodvallen bij het eten van onreine voeding betekent dat niet dat God Zijn wetten veranderd heeft.
Ik geloof dat wij leven in de tijd voor de wederkomst van Christus. Hij zal alles weer in rechte staat herstellen. Als wij belijden dat wij voor eeuwig bij Hem in Zijn koninkrijk willen wonen, dan kunnen wij beter nu een begin maken met het dieet wat Hijzelf als ideaal gaf aan Zijn eerste mensenpaar, waar wij allemaal uit zijn voortgekomen.
Meer kennis meer verantwoording
God heeft door Zijn Heilige Geest aan Zijn laatste gemeente hier op aarde veel meer informatie gegeven over gezondheid en een gezond dieet in het bijzonder, zodat wij ook een grotere verantwoording hebben als wij Zijn adviezen in de wind slaan. Als Jesaja, sprekend over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zegt: er zal geen dood of verderf meer zijn op gans Mijn heilige berg, dan kunnen wij er zeker van zijn dat wij op de nieuwe aarde geen dieren meer zullen doden om ze op te eten. Het is beter voor ons hier al te wennen aan een dieet wat wij tot in eeuwigheid zullen nuttigen, dan straks terug te verlangen naar de vleespotten.
Wij worden zeker niet behouden door een bijbels dieet, maar het is een teken van ondankbaarheid als wij de voorschriften voor een gezond en lang leven hier op aarde, gegeven door de Schepper zelf, niet willen opvolgen, omdat wij verslaafd zijn aan roken, drinken en onrein voedsel. Onze dankbaarheid kunnen wij Hem tonen door Zijn wetten, inzettingen en verordeningen op te volgen, niet om Zijn liefde te verdienen, want Hij houdt van ons, niet om behouden te worden, want wij zijn al behouden door het offer wat God in Christus bracht aan het kruis. Maar juist omdat wij te maken hebben met een liefhebbende en vergevende God, die zo graag wil dat wij ook hier op aarde een lang en gezond leven zullen hebben.
Piet Westein