Een Gezegende Sabbat

Een Gezegende Sabbat

Wij wensen het elkaar iedere week toe, wanneer de geheiligde uren van die dag over ons komen, vaak zonder erbij na te denken. Ik wil hier even bij stilstaan, bij dat zegenen, en dat in relatie met de schepping en het geschapene. Wat is een zegen, en heeft het enige invloed.

 

Als wij naar de eerste keer gaan dat er over een zegen gesproken wordt dan is dat in relatie tot de schepping. Het is op de vijfde dag, er zijn levende wezens geschapen. Het luchtruim en de zeeën kregen hun bewoners. De zegen is ook gelijk een opdracht : En God zegende ze en zijde : Wees vruchtbaar en wordt talrijk.

De tweede zegen wordt uitgesproken over de mens, Gen 1 : 28. En God zegende hen en God zijde tot hen : Wees vruchtbaar en wordt talrijk ; vervul de aarde en onderwerp haar, heers over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte dat op de aarde kruipt.

Zowel de zegen over de dieren als die over de mens houdt dus een opdracht in : wordt talrijk. Daarna krijgen wij de zegen over de Sabbat in Gen 2 : 3. En God zegende de zevende dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk, dat God scheppende tot stand had gebracht.

 

Hoe zit het nu met die zegen over de Sabbat, heeft die ook een opdracht? Dieren en mensen kun je een opdracht geven, maar met een dag lijkt dat moeilijk. De opdracht moet dan ook wel bedoeld zijn voor de mens. Daarom heet het in Ex 20 : 8, Gedenk de Sabbatdag dat gij die heiligt. Dat gij slaat op de mens. De mens aan wie de hele aarde en alle levende wezens onderworpen waren moest zichzelf onderwerpen aan een God die hem en al de dieren gemaakt had en daarmee erkennen dat de Schepper het recht heeft om wetten uit te vaardigen. Dus de opdracht die God bij de zegen over de Sabbat voegt is : zet hem apart in de rij van de dagen. Dat is ook wat heiligen betekent, apart zetten.

 

Als wij dus de Sabbat apart zetten zoals God dat deed, erkennen wij daarmee dat God de Schepper is en wij Hem onderworpen willen zijn. Als wij wat verder in de Schrift kijken zien wij dat die zegen vaak een profetische lading heeft. In Gen 48 : 3 en 4 lezen we dat God Jakob zegent en hem belooft tot een menigte van volken te maken. Dan zien wij dat die zegen van God ook gelijk een profetisch vergezicht is. Ook verderop in het hoofdstuk als Jakob Manasse en Efraïm zegent geeft hij daarbij gelijk een profetie.

 

Wanneer wij teruggaan naar de zegen over de Sabbat, mogen wij ons afvragen wat de consequentie is als wij ons niet onder die zegen stellen door de Sabbat niet apart te zetten.

Het tegenovergestelde van de zegen is de vloek. Een duidelijk voorbeeld vinden wij in Jeremia 17 : 19. Hier worden de gevolgen duidelijk van je onder de zegen van de Almachtige te stellen door de Sabbat te heiligen en de vloek te ervaren van je eigen weg te gaan. Jeremia zegt hier letterlijk, als je de Sabbat heiligt zul je altijd in Israël blijven wonen, als je hem ontheiligd wordt je naar Babel weggevoerd.

 

Wij mogen ons afvragen of die profetische zegen en vloek ook nog voor ons geldt in deze tijd.

Aangezien God een eeuwig God is zijn ook Zijn beloften eeuwig. Als wij ons nu onder de zegen van Hem stellen door de Sabbat te heiligen zullen wij het eeuwig Kanaän binnen gaan om daar in vrede te wonen. Kiezen wij een andere weg dan zullen we de verwarring van Babylon leren kennen.

De keus is aan ons, de eeuwige zegen van God of de eeuwige consequentie van ongehoorzaamheid.

 

Piet Westein