Er zijn veel vreemde ideeën in omloop over Genesis hoofdstuk 6 en daarvan de eerste vier verzen. De tekst zegt, dat toen de mensen zich op aarde begonnen te vermenigvuldigen, en zij dochters kregen, dat de zonen van God zagen dat de dochters der mensen mooi waren, en dat zij zich daaruit vrouwen namen, wie zij maar wilden.
De meest voorkomende misvatting is dat die zonen van God, engelen waren die hier op aarde kwamen om met een vrouw te trouwen en kinderen te verwekken. Hoewel er in de Bijbel plaatsen zijn die mogelijk verwijzen naar het feit dat de engelen zonen van God worden genoemd, (o.a. Job 1:6) gaat het hier kennelijk eerder om twee groepen mensen. Want hoewel de engelen in het boek Job zonen van God worden genoemd, zijn zij noch man noch vrouw en verwekken zij geen nakomelingen. De eerste groep wordt hier als zonen van God aangeduid, en de andere groep wordt hier dochters der mensen genoemd. Als Jezus in het nieuwe testament zegt dat wij in de hemel niet zullen trouwen maar als de engelen zullen zijn, dan betekent dat dus dat engelen niet trouwen. Hoewel de engelen zich vaak vertonen in de vorm van een man zijn zij in werkelijkheid noch man noch vrouw, maar dienende geesten.
Wie zijn die twee groepen dan? En waarom wordt van de ene groep alleen de mannen genoemd en van de andere alleen de vrouwen? Het lijkt er op dat onder de nakomelingen van Seth mensen waren die trouw waren aan de wetten van God, de nakomelingen van Kaïn daarentegen weken daarvan af. En de zonen van God (de nakomelingen van Seth) zagen dat de dochters van de mensen (de nakomelingen van Kaïn) mooi waren. Nu kan ik mij niet voorstellen dat de vrouwelijke nakomelingen van Kaïn mooier waren dan die van Seth, maar wel dat die zich uitdagender kleedden, (er is niets nieuws onder de zon). En de vrouwen die zij namen (meervoud) trokken hen af van de dienst van God, tot er nauwelijks nog mensen over waren die God dienden, en God in moest grijpen om de aarde en de ware gelovigen te redden.
De tweede misvatting is dat er zou staan dat de mensen niet ouder zouden worden dan 120 jaar, vers 3; hij is vlees, zijn jaren zullen 120 jaar zijn. Het woord voor vlees betekent hier, hij volgt zijn vleselijke neigingen (letterlijk dwalen) en God gaf hen noch 120 jaar om zich te bekeren, terwijl de profeet Noach de boodschap van genade verkondigde. Wij zien de mensen van na de zondvloed nog zeer hoge leeftijden bereiken: Noach leeft na de zondvloed noch 350 jaar, en Sem wordt 600 jaar. Door de degeneratie zien wij de leeftijden daarna snel terug zakken tot ongeveer 80 jaar. Het is dus niet de wil van God dat wij hier niet lang leven, maar het is een gevolg van de zonde.
Het derde punt dat aandacht verdient zijn de reuzen waarover wordt gesproken, zij worden ook de geweldigen genoemd. De degeneratie had nog niet zo toegeslagen dat de mensen veel kleiner waren dan Adam, maar dat woord reus kan ook slaan op hun gedrag. Het woord wat hier gebruikt wordt is Nephelim, (dat komt van het woord naphal) en kan worden vertaald met reuzen maar ook met geweldenaars in de betekenis van zij die geweld plegen, en dit zou beter stroken met vers 11 waar het zegt; en de aarde was vol met geweld. Dit zou dus betekenen dat de aarde onbewoonbaar was geworden door het geweld dat de mensen pleegden. En lijkt dat niet veel op onze tijd?
Het zijn juist die dingen die van die tijd worden genoemd: seks, geweld en het verwerpen van God en zijn geboden die wij ook nu om ons heen zien. Ook zien wij om ons heen mensen die net als Noach in zijn tijd een boodschap verkondigen die het mogelijk maakt om te ontkomen aan de vernietiging van deze aarde. Toen verdronken de ongelovigen in een watervloed, nu staat de wereld een poel van vuur te wachten. Toen werd men behouden door in te gaan in een ark die door God was bevolen, nu kunnen wij behouden worden door in Christus in te gaan, de keus is aan ons.
Piet Westein