De Zaaier (1)

De Zaaier (1)

Als Jezus de gelijkenis vertelt van de zaaier die zijn zaad uitstrooit, dan moeten wij ons afvragen aan wie vertelt Hij dit en met welk doel? Er zijn twee groepen volgens Jezus, er is de schare, zij horen wel maar begrijpen niet, en daar zijn de discipelen, die horen en krijgen ook de uitleg van de Meester. (zie Matteüs 13 : 10 – 23)

 

 

Wie de Zaaier is weten wij, dat is in dit geval Jezus. Hij is kennelijk heel liberaal met het zaaien want Hij zaait ook op plaatsen waar Hij van kan weten dat er geen oogst zal zijn. Hij zaait op wegen, rotsachtige plaatsen, en tussen de dorens, slechts een deel valt in goede aarde, maar ook hier is slechts een deel dat een honderdvoudige opbrengst geeft.

 

 

Het is opmerkelijk dat Jezus deze gelijkenis spreekt vanaf een schip. In de bijbelse profetieën staat een schip vaak voor de kerk van Christus, hoewel Jezus hier zelf aan het woord is, zal in de toekomst het zaad, dat is het woord, gezaaid moeten worden door Zijn kerk. En wie zijn die vogels die het zaad wegnemen? Is het niet satan en zijn gevallen engelen die geïnteresseerd zijn in het wegnemen van het woord van God? Het zaad dat op de rotsachtige plaatsen valt zijn de mensen die het woord horen, erg enthousiast zijn, het aannemen maar als zij ontdekken dat het koninkrijk van God vervolging met zich meebrengt, laten zij de boodschap die zij hadden aangenomen in zich sterven.

 

Waar kunnen die dorens in deze gelijkenis voor staan? De grond is kennelijk goed het zaad schiet wortel en groeit. Maar ook de dorens groeien, en verstikken het gezaaide. De dorens vinden wij voor het eerst in Genesis drie, de mens heeft gezondigd, en God zegt dat daarna er dorens en distels zouden groeien, die waren kennelijk voor de zondeval afwezig. Dorens en distels staan hier kennelijk voor de zonden. Als wij het woord van God aannemen, en niet onze zonden belijden en laten, dan zullen de zonden het graan verstikken. Jezus noemt hier met name het bedrog van de rijkdom. Waarom bedrog, hoe kan geld nu een bedrieger zijn?

 

De meesten van ons zouden het prima vinden als wij wat rijker waren, en wij werken er ook hard genoeg voor. En toch belooft rijkdom meer dan het kan waar maken. Rijkdom belooft ons geluk, aanzien en een gemakkelijk leven. Maar deze dingen zijn meer een gevolg van het ontwikkelen van een standvastig christelijk karakter, dan van rijkdom. Dit trekt onze blik af van God, en richt die op onszelf. Wij hebben Hem niet meer nodig. Het einde hiervan is een diepe geestelijke armoede, die eindigt met de eeuwige dood.

 

 

Een deel van het zaad komt terecht op een plaats waar de grond goed is. Het groeit, het onkruid wordt weggehaald, en het brengt vrucht voort. Toch maakt Jezus hier noch onderscheid tussen de opbrengst. Hij noemt drie groepen, die van dertig, zestig en honderdvoudige opbrengst. In werkelijkheid is een oogst ongeveer vijftien maal het gezaaide.

 

 

Wat wij zien is dat Jezus vier soorten grond noemt, en drie hoeveelheden in opbrengst. Het resultaat is dus zevenvoudig. Hoe weten wij of wij veel of weinig vrucht voortbrengen? Moeten wij naar onszelf kijken of naar de Zaaier? Als wij ons oog van de Zaaier nemen dan zullen wij al gauw bij de eerste drie categorieën horen. Wij hoeven onszelf niet te oordelen, wij hoeven slechts het woord van God aan te nemen het in ons hart te sluiten, en daar zal het vrucht dragen. Het gaat hier meer om de kwaliteit dan de kwantiteit.

 

Piet Westein