De drie bergen van Elia

De drie bergen van Elia


Als wij het leven van Elia bestuderen dan zien wij dat de hoogtepunten letterlijk en figuurlijk op één of andere berg zijn. Zijn geschiedenis vinden wij in het eerste boek van de koningen van Israël. Zijn geschiedenis begint zonder inleiding met een profetie dat er geen dauw of regen zal zijn dan tenzij op zijn woord 1Kon. 17:1. Elia leeft en profeteert in de tijd dat Achab koning is over het tien stammen rijk. 

 

De profetie die hij van God heeft gekregen en die hij aan het volk heeft bekend gemaakt, heeft hem niet populair gemaakt bij de koning en het volk. In plaats dat zij de oorzaak zoeken bij zichzelf, en de zonden die zij begaan door de afgoden te dienen, in plaats van de God van Israël, proberen zij de profeet van die God te doden. In eerste instantie kan de profeet nog in de wildernis leven, waar hij het water van de beek Krith drinkt, en waar God hem voedt door hem brood en vlees door de raven te laten brengen. Maar het water in de beek droogt op en hij vlucht het land uit naar wat nu Libanon is, naar het dorpje Sarfath, dat dicht bij Sidon ligt. Ook hier wordt hij in leven gehouden door een wonder. God leidt hem naar een weduwe, zij en haar zoon hebben ook geen voedsel, zij is bezig hout te sprokkelen, om hun laatste maaltijd te bereiden, en daarna te sterven. Terwijl zij daarmee bezig is verschijnt de profeet, en vraagt van haar een broodkoek. Na enige bedenkingen geeft zij hem die, en dan blijkt dat zij nog net zoveel meel en olie over heeft als waar zij mee begon. Dit gaat door tot er weer regen valt en er weer voedsel groeit. 

 

 

De Karmel. 

Wij zijn aangeland bij de eerste berg in het leven van de profeet, het is de berg Karmel, een berg die in het noorden van Israël ligt, bij het huidige Haifa. Karmel in het Hebreeuws is Kerim-El, en betekent, woud of boomgaard van God. Het gebergte ligt direct ten noorden van de vlakte van Megiddo, en wordt daarom ook wel berg van Megido genoemd, in het Hebreeuws wordt dat dan Har–Megiddo, wat in onze taal verbasterd is tot Armageddon. Dit is de plaats, waar volgens het boek de Openbaring, de laatste grote strijd zal plaats vinden tussen de machten van het kwaad en God en Zijn engelen. Nu wij dit weten, kunnen wij ons voorstellen dat wat er op deze berg gebeurde in de tijd van Elia een type is van wat er te gebeuren staat in de eindtijd. Als wij deze geschiedenis goed begrijpen, dan kunnen wij ook begrijpen wat er in onze tijd gaat gebeuren, in de strijd tussen goed en kwaad. 

 

Het is niet de profeet Elia die het volk samen roept, maar Achab, de koning die getrouwd is met Izebel, de dochter van Ed-Baäl. Het is deze koningin, die het volk van Israël, naar de aanbidding van Baäl en Astarte heeft geleid. Wat heeft Achab daar op die berg te zoeken? Op die berg staat het altaar van Baäl. Vroeger stond daar het altaar van God, maar dat was afgebroken. De aanbidders van Baäl hadden het altaar van de God van Israël vernietigd, zodat er niet meer aan Hem kon worden geofferd. Hier zien wij dus het volk van Israël met zijn koning vergaderd, om een offerfeest voor Baäl en Astarte te houden. Het ligt in de lijn van de verwachtingen, dat het een offer was om Baäl te vragen voor de broodnodige regen. Het land is na drie en een half jaar zonder regen totaal uitgedroogd, de bevolking sterft van de honger. In plaats van de schepper God aan te roepen, gaan ze naar een afgod. 

 

Nu verschijnt Elia, de profeet van God, die zich al die tijd verborgen heeft gehouden om in leven te blijven. Is het gevaar voor hem nu geweken? Nee! Hij is in groter gevaar nu dan daarvoor. En toch begeeft hij zich te midden van al zijn vijanden. Daar is de koning die zijn gevangenneming heeft gelast, daar zijn de priesters van de afgoden, die hem haten, en daar is het volk dat maar niet weet te kiezen, wat doet hij hier bij die zondige gemeente? Hij roept het volk op tot bekering, maar het volk antwoordt hem niets. Dan komt hij met een voorstel, hij zal het altaar van God weer herbouwen, en dan zullen er twee stieren geslacht worden, één voor God en één voor Baäl. Zij worden op de altaren gelegd, en de god die het altaar zelf aansteekt is de ware god. De priesters van Baäl mogen eerst, en hoewel zij de hele dag bidden, smeken, dansen en zich verwonden, komt er geen vuur. Dan als het bijna avond wordt is het de beurt van Elia. Daar waar de priesters duizend gebeden uitspraken, en in extase raakten, daar spreekt Elia een simpel kort gebed uit en God antwoord direct met zoveel vuur dat niet alleen het hout en het offer verbrandt, maar ook de stenen van het altaar. 

 

De reactie komt niet van de koning, maar van de koningin. Waarom reageert zij zo hevig? Zij hoort dat Elia het volk heeft opgezet tegen de Baäl priesters,. Hij heeft hen allemaal laten doden bij de beek Kison. Zij zendt een boodschap aan Elia dat hij diezelfde dag nog zal worden gedood. 

 

Op de vlucht

Waar Elia de moed had, om in tegenwoordigheid van  al zijn vijanden, een groot getuigenis van zijn geloof in God af te leggen, daar slaat hem nu de schrik om het hart. Hij vlucht naar het zuiden, naar Juda, waar hij veilig hoopt te zijn. Maar als hij dan eindelijk veilig lijkt in de woestijn, dan overvalt hem een levensmoeheid, en hij vraagt God of hij mag sterven. Heel vreemd eerst vlucht hij om in leven te blijven, dan als hij veilig is wil hij sterven. Maar als hij onder een bremstuik ligt te slapen, wordt hij gewekt door een engel, die hem zegt te eten van het brood wat de engel heeft gemaakt. De engel dwingt hem dit tweemaal te doen, met de mededeling dat de weg anders te lang zou zijn voor hem. Hij moet dwars door de woestijn naar de berg Horeb (een andere naam voor de berg Sinaï). De reis daar heen neemt hem 40 dagen. 

 

 

Horeb

Als hij eindelijk bij Horeb aankomt, schuilt hij in een spelonk, totdat God hem roept, en hem vraagt wat hij daar doet. Het antwoord van Elia lijkt wat vreemd, hij zegt dat hij heel ijverig voor God heeft gewerkt, dat lijkt een beetje op zelfverheerlijking. God gaat daar niet op in, als Elia beweert dat hij alleen is overgebleven, dan antwoordt God dat er nog zeven duizend andere gelovigen zijn die de Baäl niet dienen. Na deze ontmoeting voert God Elia naar buiten, en dan terwijl Elia wacht op God is er een storm die zo hevig is dat de rotsen scheuren, maar God is niet in de storm. Hierna volgt er een aardbeving, ook in dit natuurgeweld is God niet. Als er vervolgens een groot vuur verschijnt, dan blijkt God Zich ook in dat vuur niet openbaart. Het is pas als Elia het zachte suizen van een koelte hoort, dat hij zijn gezicht bedekt, dan weet hij dat God voorbij gaat. God geeft hem een aantal opdrachten, waaronder dat hij een opvolger moet zalven, Elisa, de zoon van Safat. 

 

Als ook het leven en de ervaringen van een profeet profetisch geduid mogen worden, dan zie wij dat Jezus, kort voor Zijn lijden en sterven, ook een grote hoge berg opgaat, om door God te worden gesterkt voor zijn lijden en sterven. Ook voor de gelovigen is het zo dat wij soms op de toppen van ons geloofsleven zijn, om dan korte tijd later weer in een diep dal te vertoeven. Ook wij moeten net als Elia gevoed worden met hemels brood zodat wij door de wildernis van dit aardse leven heen kunnen, om uiteindelijk God te ontmoeten. Dat brood wat God ons aanbiedt, is Zijn woord, de bijbel

 

Als wij dat in ons opnemen, dan zal onze levensreis niet te lang zijn, en zullen wij de reis veilig door storm, aardbeving en vuur volbrengen. Moeten wij ook een opvolger zalven in onze plaats? Natuurlijk, ook wij moeten in ieder geval onze kinderen opleiden om het woord te geloven en door te geven, maar ook aan de mensen om ons heen mogen wij vertellen wie God is en wat Hij voor hen wil doen. Dit is de enige mogelijkheid dat het koninkrijk van God blijft groeien. 

 

De geschiedenis van Elia eindigt met zijn hemelvaart. Ook daar is hij een beeld van zowel Jezus, als ook van ons, de gelovigen. Jezus voer ten hemel, om ons, zijn volgelingen, een plaats te bereiden in de hemelse gewesten. Maar ook wij moeten daarvoor worden voorbereid door een ontmoeting met onze hemelse Vader. Het is misschien niet zo dat wij letterlijk een berg zullen beklimmen, en letterlijk God zien, maar wij zullen hem zeker ontmoeten in Zijn woord, en in Zijn kinderen om ons heen. Wij zullen daarom geen vreemde ontmoeten als wij hem bij onze hemelvaart ontmoeten. 

 

De berg der verheerlijking. 

Zes dagen nadat Jezus Zijn discipelen voor de eerste maal vertelt dat Hij gaat lijden en sterven, neemt Hij drie van hen mee een grote hoge berg op. Als zij daar zijn worden de klederen van Jezus wit als het licht en straalt Hij als de zon. (Matt.17:1,2)  Dan overschaduwt hen een lichtgevende wolk, waar een stem uit klinkt die zegt, dat Jezus de zoon van God is, en dat zij naar Hem moeten luisteren. Daarna staat er dat Mozes en Elia verschijnen. Waar komen die vandaan, en waarom verschijnen juist zij? Als wij dezelfde geschiedenis lezen in Lucas 9: 34-36, dan zien wij dat Mozes en Elia als zij met Jezus hebben gesproken de wolk die hen overschaduwde ingaan en daarna verdwijnen zowel de wolk als deze twee personen. Het lijkt logisch te veronderstellen dat zij vanuit de wolk kwamen toen zij verschenen, een wolk die God gebruikt om zich als een kleed in te hullen. Waarom toch die verschijning? 

 

Jezus weet wel dat hij de Zoon van God is, Hij hoeft dat niet te horen. De discipelen daarentegen moesten die absolute overtuiging nog krijgen. Jezus had aan Zijn discipelen een belofte gegeven, (Marcus 9:1) dat sommigen van hen de dood niet zouden smaken voordat zij het koninkrijk zouden hebben zien komen met kracht. Die profetie werd binnen een week vervuld. Maar is dit de enige of de belangrijkste reden dat Mozes en Elia verschenen? 

 

Met de discipelen wisselen zij geen woord, en als zij met Jezus spreken, zijn de discipelen buiten bewustzijn. In sommige vertalingen staat dat zij slapen, maar dat lijkt welhaast onmogelijk. Gezien de omstandigheden verwacht je eerder volledige concentratie. Ik denk dat het zo is dat, waar God hier verschijnt om Jezus te presenteren als de eeuwig in Zichzelf bestaande God, de functie van Mozes en Elia is Jezus als mens  te benadrukken, en hem in een gesprek te versterken en te bemoedigen, en Hem voor te bereiden op zijn lijden en sterven. 

 

Dit is dan ook de reden waarom de discipelen wel het getuigenis van God horen dat Jezus Zijn Zoon is, maar zij geen deel hebben aan het ondersteunend werk wat Mozes en Elia deden. Later, in Gethsëmahne zien wij het zelfde verschijnsel, elf discipelen gaan mee naar de hof, drie mogen getuige zijn van Zijn lijden, maar allen vallen zij in slaap. Hij, de God die de aarde schiep zonder dat één van de mensen hem raad kon geven, (zij waren allen nog ongeschapen, in slaap) moest ook het reddingswerk voor de mens alleen doen, zonder menselijke inmenging. 

 

De mens wordt behouden door wat God in Jezus voor ons gedaan heeft en doet. Hij doet dat zonder inmenging van onze goede daden.  In de bijbel wordt Mozes vaak als synoniem gebruikt voor de wet. God heeft door hem de wet van de tien geboden gegeven, en de veel uitgebreidere boekrol van Leviticus, die ook wel de getuigenis wordt genoemd. Elia is een beeld van al de profeten die God naar Israël zond om hen op te roepen zich tot God te bekeren. Wij kunnen hier zeggen dat Mozes en Elia hier verschijnen als vertegenwoordigers van alle mensen die onder het verbond, dat God met de mensen maakte, hebben uitgezien naar de komst van de beloofde Messias. Zij zullen Jezus er op hebben gewezen, dat als Hij zijn Messiasschap niet zou vervullen, niemand uit de doden zou kunnen opstaan, en het velossingsplan zou falen, met satan als de grote winnaar.  

 

 

Waarom drie bergen?

Als wij naar de eerste berg kijken, dan zien wij een God die verschijnt als een verterend vuur, ook zien wij Hem hier het oordeel uitvoeren over de ongelovigen, de Baäl priesters. Bij de tweede verschijning, zien wij Hem als de onzichtbare God, de heilige Geest, Elia moet zijn gelaat met zijn mantel bedekken. Het is ook die openbaringvorm van God die opdrachten aan ons geeft, Elia krijgt hier te horen wat hij moet doen. Op de berg der verheerlijking zien wij God in Zijn verschijningsvorm als de lijdende Knecht des Heren, de Messias. Hier is Hij de Zoon van God. Er zijn niet zomaar drie bergen, het zijn de drie verschijningsvormen van de enige en eeuwige God. 

 

En wij? 

Wij die aan het eind van de wereld geschiedenis leven, mogen de boodschap van Mozes en Elia verkondigen. Mozes die de wetten inzettingen en verordeningen van God openbaart, Elia die de hele wereld oproept zich te onderwerpen aan die wetten, zodat wij, en hier en nu, en straks in Gods koninkrijk eeuwig in harmonie met die God die Zich in Zijn Messias heeft geopenbaard kunnen samenleven. Wij hebben de keus, laten wij die nu maken. 

 

Piet Westein