De doop is in de Christelijke kerk een symbool van het sterven in Christus, en het weer opstaan tot een nieuw leven.
De meeste kerken hanteren de kinderdoop, maar kerken als de doopsgezinden en veel van de pinksterkerken en baptisten hebben de volwassen doop. Binnen de volwassen doop is er de besprenkeling met water, en de doop door onderdompeling. De dopeling daalt af in een waterbad dat kan bestaan uit een officieel gebouwd doopvont in een kerk, of een openbare plaats zoals een rivier of een meer, en wordt geheel ondergedompeld in het water. Gewoonlijk wordt over de dopeling de namen van de Vader de Zoon en de Heilige Geest uitgeroepen, en staan zij op tot een nieuw leven als christenen.
Bij de kinderdoop wordt het kind dan automatisch ingeschreven in het kerkgenootschap van hun ouders. Bij volwassenen ligt dat wat anders, in sommige kerken is de keuze aan de dopeling zelf, hij kan dus gedoopt worden zonder lid te worden van dat kerkgenootschap. Mensen die in de ene kerk zijn gedoopt kunnen vaak zonder meer in een ander kerkgenootschap lid worden zonder weer te worden gedoopt.
Mensen die als kind zijn gedoopt (besprenkeld) doen vaak als zij volwassen zijn belijdenis van die doop, en accepteren daarmee die kinderdoop als bindend. Sommigen christenen ervaren het echter als een gemis wanneer zij volwassen zijn dat zij niet de bijbelse doop door onderdompeling hebben ondergaan, en laten zich alsnog dopen door onderdompeling. Vaak doen zij dat in een andere kerk dan waartoe zij behoren, omdat er binnen hun eigen kerk geen mogelijkheid daarvoor is, of dat zij lid willen worden van een kerk waar de volwassen doop en andere leerstellingen worden beleden.
De doop is niet een verschijnsel dat uniek is voor het christendom, ook in het jodendom was en is het de gewoonte om bekeerlingen onder te dompelen in een waterbad, dat is dan vaak een symbool van het afwassen van de zonden. (Denk aan de doop van Johannes de Doper). Maar ook de doortocht door de Rode zee wordt in de bijbel gezien als een doop, in dit geval van heel het volk van Israel.
Dan is er nog de doop met de Heilige Geest. In bijbelse tijden was het de gewoonte om de koning de hogepriester en soms een door God geroepen profeet met olie (olijfolie) te zalven als beeld van de doop met de Heilige Geest.
De meeste kerken die de volwassen doop toepassen, gaan er vanuit dat de dopeling met of zonder de uiterlijke manifestaties die Geest heeft gekregen. Voordat Jezus naar de hemel opvoer zei Hij dat Hij de Heilige Geest aan Zijn volgelingen geven zou, en omdat die belofte nooit is ingetrokken mogen wij er vanuit gaan dat die belofte nog steeds geldt voor iedereen die waarlijk in de verlossing door Jezus gelooft.
Dus is de doop met water een symbool van de doop met de Heilige Geest, die in de dopeling blijft zolang hij in de belijdenis volhardt.
Piet Westein