De 144 000
Als wij het getal 144 000 wat wij in Openbaring zeven lezen letterlijk nemen dan lijkt het veel op uitverkiezing. Want het getal is samengesteld uit 12x12x1000= 144 000. Johannes hoort dat deze mensen komen uit twaalf stammen van het volk Israël, uit ieder van die stammen precies 12 000. Daarmee zijn wij er nog niet, want er klopt iets niet met de opnoeming van die stammen. De volgorde is anders dan elders in de bijbel, Juda wordt hier als eerste genoemd, terwijl Ruben duidelijk de eerstgeborene is. In het oude testament wordt Ruben dan ook altijd als eerste genoemd. Verder ontbreken er twee stammen, die van Dan en Efraïm, waarvoor in de plaats de naam van Jozef en die van Levi verschijnen. Waarom worden die namen hier in een andere volgorde gegeven, en waarom zijn Dan en Efraïm verdwenen?
Letterlijk of geestelijk?
Laten wij eerst naar het letterlijke kijken waar ons dat brengt. Het is een besloten hoeveelheid 144 000, en dat niet alleen, ook de onderdelen waaruit het is opgebouwd zijn afgesloten hoeveelheden, 12 000. Als dat nog niet genoeg is dan zien wij ook nog dat zij komen uit een enkel volk de nakomelingen van Jakob, de natie Israël. Wij als christenen hoeven ons dan geen zorgen te maken over deze groep, want wij zijn geen Israëlieten, wij behoren niet tot één van de stammen die hier worden genoemd. Als wij het op de volgelingen van Christus willen toepassen, dan moet er een geestelijk Israël zijn.
Als wij de vrijheid hebben om van een letterlijk volk Israël een geestelijk volk te maken, dan ligt het voor de hand dat wij ook de andere dingen geestelijk mogen invullen. Misschien ook het getal zelf. Eerst die stammen, Juda wordt eerst genoemd omdat uit deze stam de Messias geboren is. Hij is degene waarin alle andere stammen hun betekenis hebben. Als er in Op.14:4 staat dat dezen zich niet met vrouwen hebben bevlekt, dat zij maagdelijk zijn, dan gaat het hier niet om ongetrouwde mannen (katholieke geestelijken), maar om gelovigen die het ware geloof aanhangen, en nooit een verkeerde leer hebben aangehangen. (In de profetie wordt een vrouw als beeld van een kerk gebruikt). Wij zien in het type in het oude testament dat er in die twee stammen die wij hier missen, veel afgodendom was. Zowel in Dan als ook in Efraïm stond één van de gouden kalveren die men aanbad in plaats van de God van Israël. Zij maakten deel uit van de zonaanbidding. Geen wonder dat wij ze niet meer zien in de rij van de stammen van het nieuwe testament. Zij hebben zich met vrouwen (andere godsdiensten bevlekt).
De opbouw van het getal
Als wij de geestelijke achtergrond van het getal willen begrijpen, dan moeten wij terug naar het oude testament, en wel naar de bouw van de tabernakel. De maten van het heiligdom en in het bijzonder die van het Heilige der heiligen, geven ons de letterlijke getallen waar wij in de Openbaring dat getal van de 144000 mee kunnen begrijpen. De buitenmaten van het Heilige der heiligen waren 12x12=144, de binnenmaten van het Heilige der heiligen waren 10x10x10=1000. (Het was een kubus). Bij elkaar krijgen wij dan 144000.
Betekenis van dit getal
In het oude testament hebben wij dus een letterlijk getal, wat de volledigheid laat zien van de verlossing in Christus in de heiligdomsdienst. Daar er nu geen letterlijk heiligdom meer is op deze aarde, maar volgens de Hebreeën brief wel in de hemel, moeten wij onze ogen omhoog richten. In het aards heiligdom werd de verlossing van alle gelovigen voorgesteld. Maar hoewel de maten een letterlijk getal geven ging het in werkelijkheid om een grote schare waarvan niemand het getal kan bepalen.
De 144 000 en de grote schare die niemand tellen kan
Johannes krijgt in de Openbaring die hem gegeven wordt een aantal dingen te horen en te zien. Het opvallende is dat wat hij hoort vaak niet is wat hij ziet. Dit begint al in het eerste hoofdstuk, hij hoort een luide bazuin maar als hij omkijkt, ziet hij zeven kandelaren en Jezus die daar midden in wandelt. ( Openb. 1: 9-16).
Het volgende voorbeeld vinden wij in hoofdstuk vijf, waar Johannes hoort dat de Leeuw van de stam van Juda heeft overwonnen maar als hij naar die Leeuw kijkt, dan ziet hij een Lam staande als geslacht, Jezus is daarom de Leeuw en het Lam in een persoon.
Zo gaat het ook met de 144 000 eerst hoort hij het getal van de groep Openb. 7:4 en dan ziet hij in vers negen een grote schare die niemand tellen kan. Het zijn daarom niet twee verschillende groepen, maar het zijn de verlosten van Adam af tot de wederkomst, zij die hun hoop hebben gesteld op het verlossend werk van God in Zijn Messias. Eerst verbeeld in een aards heiligdom, nu in het werk wat Jezus voor Zijn volgelingen doet in een hemels heiligdom.
Hoe wordt ik lid van die 144 000, wat kan en moet ik doen? Of is het beter om te mikken op een plaatsje bij die grote schare, kom je daar makkelijker bij? Zijn het heilige daden, is het een zondeloos leven, moet ik zonder vlek of rimpel zijn? (Het antwoord is overigens ja.) Als het van mij en mijn daden afhangt, weet ik nooit zeker of ik heilig genoeg ben. En toch kunnen en moeten wij iets doen, wij moeten belijden dat wij zondig zijn en uit onszelf God niet kunnen behagen. Is deze eis uniek voor onze tijd, of is die eis er één vanaf de schepping? Moest ook Adam in zijn ongevallen staat al erkennen dat wat hij had en was een vrije genade gave van de Schepper God was en dat hij slechts door in God te blijven dat leven wat hij van God had gekregen kon behouden?
Het Nieuw Jeruzalem en de 144 000
Als wij naar de maten van het Nieuw Jeruzalem kijken, en naar de bouwwijze dan valt het op dat de lengte en de breedte beide 12 000 stadiën is (2200 k.m.), hierbij wordt nog vermeld dat haar hoogte gelijk is aan haar lengte en breedte. Hier hebben wij daarom net als bij de letterlijke aardse tent te maken met een kubus vorm. Ook vinden wij als basis maat het getal twaalf, bovendien heeft zij twaalf poorten en twaalf fundamenten. Daar waar de poorten de twaalf namen van de twaalf stammen dragen, daar zijn de twaalf fundamenten versiert met de namen van de twaalf Apostelen. Als het zo is dat en de stad en het Heilige der heiligen een kubus vormen dan lijkt het logisch om te veronderstellen dat het hier gaat om het hemels heiligdom, vooral omdat er in vers 22 staat en een tempel zag ik in haar niet, want God zelf is haar tempel en het Lam.
Mijn conclusie is dan ook dat wij hier te maken hebben met geestelijke zaken en niet met stoffelijke. Alles wat in het oude testament letterlijk was, en gezien en gevoeld kon worden, dat is heir geestelijk. Ook die getallen en die maten behoeven een geestelijke uitleg. Uiteindelijk moet alles in de Openbaring deel uitmaken van het verlossingsplan, laten wij proberen om in die maten en die getallen ook de liefde van God voor Zijn gevallen schepselen te ontdekken. Wij zullen daar misschien fouten in maken, maar laten wij ervoor zorgen dat wij Gods karakter bij dit alles niet verkeerd voorstellen.
Piet Westein