Voorwoord
Het boek Daniël is een boek dat door God gegeven is om de gelovigen te begeleiden door de geschiedenis van deze wereld. Wij hoeven dus niet te verdwalen in de tijd. Wij kunnen ongeveer weten waar wij zijn in de geschiedenis. Het grote eindpunt is de wederkomst van de beloofde Messias. Alle heilsprofetieën eindigen in de eerste of in de tweede komst van Christus.
Daniël beschrijft de tijd van het wereldrijk Babel tot de komst van Jezus specifiek aan de hand van de vier wereldrijken. De tijd tussen de eerste en de tweede komst is het wat minder duidelijk, maar wel te begrijpen voor de mensen die in die tijd, of de tijd erna leven. De profetie wordt pas duidelijk verstaan als hij vervuld is.
Wat ik hier over het boek Daniël geschreven heb is niet nieuw, het moet ook niet gezien worden als een volledig commentaar of een tekst analyse. Het is hopelijk een hulp bij het lezen voor mensen die het boek nog niet kennen.
Lees Daniël 1
De eerste teksten van het boek Daniël zetten de toon voor het hele boek. De koning van Babel komt naar Jeruzalem en verovert het. Er is een strijd gaande tussen goed en kwaad, tussen het volk van God, in dit geval Israël, en het volk van de tegenstander, hier Babel.
Het is niet toevallig dat zowel Babel als Jeruzalem voorkomen in het eerste en laatste boek van de bijbel, waar Babel altijd staat voor de God vijandige en Jeruzalem voor de God vrezende machten.
Zelfs verborgen in de naam zien wij al dat dit een bijzonder profetisch boek is. De naam Daniël betekent God is rechter. Dat is ook de inhoud van het boek. De visioenen die in het boek beschreven staan eindigen allemaal met God die rechtspreekt en zijn eeuwig koninkrijk opricht.
Babel is Bab-El, en betekent poort naar God, in het oude Babel had men geprobeerd een toren te bouwen die tot in de hemel reikte. Jeruzalem is Uru-Salem, de betekenis daarvan is fundamenten van vrede, hier zou de Vredevorst (Jezus) Zijn eeuwig rijk vestigen.
Het feit dat Nebukadnezar de tempelschatten uit Jeruzalem in het huis van zijn god in Babel brengt, vertelt ons dat de oorlog tussen Babylon en Jeruzalem door Nebukadnezar werd gezien als een oorlog tussen de god van Babel en de God van Jeruzalem. Een strijd die lijkt te eindigen met de overwinning van de god van Babel, maar als wij de profetische vergezichten lezen zien wij dat het uiteindelijk de god van Babel is die geoordeeld wordt.
Als wij terugkeren naar de hoofdrolspeler (Daniël) van dit boek, zien wij dat hij nog erg jong is, als hij in Babel komt. Hij komt uit een belangrijke (koninklijke?) familie, en wil liever sterven dan zondigen tegen de God van zijn vaderen. De eerste verzoeking waar hij mee te maken krijgt, is voedsel. Eet ik voedsel dat onrein is, of houd ik mij aan de voedingswetten van God.
Ook een verwijzing naar Adam en Eva? De eerste zonde had ook te doen met gehoorzaamheid aan een voedingswet, het eten of niet eten van de boom van kennis van goed en kwaad. De positieve opdracht van God aan de mens in Gen 1:29 was het zaadzaaiend gewas te eten.
Als Daniël en zijn drie vrienden voedsel aangeboden krijgen dat niet overeenkomt met het gebod van God dan grijpen ze terug op dat eerste dieet. Zij vragen zich te mogen voeden met zaden.
In onze Nederlandse vertaling komt dat niet zo tot uiting, maar in de King James, de Engelse vertaling, wordt gesproken over “pulse”, dat zijn zaden zoals erwten, bonen en linzen. Onze Staten Vertaling komt er ook dichtbij. Dan 1:16 “Toen geschiedde het dat Melzar de stukken hunner spijze wegnam, mitsgaders de wijn huns dranks en gaf hun van het “gezaaide”.
Het bijzondere is dat ze dit dieet ook mogen volgen. En na 10 dagen is al te zien dat het dieet van God superieur is aan dat van de wereld. Zij zien er veel beter uit. Na drie jaar op dezelfde voeding te hebben geleefd zien zij er niet alleen goed uit, maar blijken ze ook veel intelligenter dan hun medescholieren.
De vraag dringt zich misschien op, hoe kun je meten of iemand 10x zo wijs is als een ander.
In de bijbel wordt het getal 10 vaak gebruikt om een andere orde uit te drukken. Daniël en zijn vrienden benaderden vragen en problemen vanuit een heel andere invalshoek. Waar de magiërs en bezweerders de machten der duisternis vertegenwoordigden, waren Daniël en de zijnen het rijk van het licht toegedaan.
Piet Westein