Farao droomt
Twee volle jaren verlopen er voordat de schenker weer aan Jozef denkt. Het is pas als Farao twee dromen krijgt, die door niemand geduid kunnen worden, dat de schenker weer aan die jonge man in de gevangenis denkt. Als de schenker Farao meedeelt dat er een Hebreeuwse slaaf in de gevangenis zit die de droom uit kan leggen, geeft Farao de opdracht hem te halen. Jozef wordt spoorslags uit de gevangenis gehaald, opgepoetst, geschoren, van nieuwe kleren voorzien en voor Farao geleid. Hier krijgt hij de reden van zijn bevrijding te horen.
Toen zei Farao: Ik heb een droom gehad, en er is niemand die hem uit kan leggen. Nu heb ik van u horen zeggen dat gij maar een droom hoeft te horen om hem uit te kunnen leggen. Het antwoord van Jozef is: dat niet hij de uitlegger van die dromen is, maar dat God, de gever van de dromen, ook de uitlegger is. Hij, God, kan de mens wel gebruiken om dromen uit te leggen.
Dan vertelt Farao, dat hij in een nachtgezicht zeven koeien uit de rivier de Nijl zag opkomen. Ze zagen er zeer welvarend uit, mooi en dik, zij liepen te grazen in het oevergras. Dan in dezelfde droom ziet hij zeven magere koeien uit de Nijl komen, die zagen er verschrikkelijk uit, en zij waren erg mager. En terwijl Farao toekijkt eten die magere koeien de dikke, mooie koeien op. Als zij de dikke koeien hebben opgegeten, zien ze er nog steeds even lelijk en mager uit. Farao ontwaakt uit zijn droom, en valt weer in slaap.
Daarna krijgt hij een andere droom. Hij ziet in die nieuwe droom zeven aren opschieten uit één halm, deze aren zien er vol en mooi uit. Maar terwijl hij in zijn droom toekijkt, schieten er zeven verdorde dunne aren op. Deze zeven dunne aren verslinden de dikke aren. Hoewel Farao dat aan alle geleerden van Egypte had verteld kon niemand het uitleggen.
Toen Jozef het hele verhaal had aangehoord, zei hij: De dromen van Farao hebben één en dezelfde betekenis. De zeven koeien betekenen zeven jaren, ook de zeven aren staan voor zeven jaren. De Schepper God heeft via deze dromen Farao gewaarschuwd voor wat er komen gaat. De zeven vette koeien en de zeven aren hebben dezelfde betekenis. Zij staan voor zeven jaren van overvloed. De zeven magere koeien en de zeven loze aren staan voor zeven jaren van hongersnood. Dat God deze droom tweemaal heeft gegeven betekent dat het zeker zal gebeuren, het zal ook niet lang op zich laten wachten.
Jozef geeft bij de uitleg van de droom ook gelijk een advies van hoe men met deze waarschuwing moet omgaan. Het advies dat Jozef aan Farao geeft is, dat men in de jaren van overvloed, een belasting van twintig procent moet heffen van al het koren wat het land opbrengt. Men moet dat opslaan en gebruiken in de jaren van hongersnood. Farao ziet de wijsheid van dit advies in en geeft Jozef de opdracht dat zelf uit te voeren. Hij maakt Jozef in één klap onderkoning van Egypte. (Over promotie gesproken). Jozef is dertig jaar oud als hij uit de gevangenis komt, en onderkoning wordt over het machtigste land van de wereld.
Toen en nu
Tot nu toe heeft Jozef met drie maal twee parallel profetieën te maken gehad. De laatste twee zijn tijdsprofetieën. Een van die twee is al uitgekomen, die van de schenker en de bakker, en wel precies op de voorzegde tijd. De eerste profetieën (de schoven en zon, maan en sterren) was er één zonder tijdsaanduiding. Maar ook deze profetie zou binnen tien jaar van nu in vervulling gaan.
Het fijne van vervulde profetieën is dat zij de zekerheid geven dat ook de onvervulde profetieën in vervulling zullen gaan. Er is echter een uitzondering op deze regel en dat zijn de voorwaardelijke profetieën, als er niet aan de voorwaarde wordt voldaan die in de profetie wordt genoemd, wordt hij ook niet vervuld. Laten wij eens kijken wat wij met deze vervulde profetieën aankunnen als type voor én de vervulling in Christus én de vervulling in onze tijd.
Jozef als beeld van Jezus
Hoewel de aartsvader Jacob twaalf zonen heeft, is er één die die hij bijzonder lief heeft. Zozeer dat hij hem anders kleedt dan de anderen zonen. Ook Jezus is de geliefde Zoon van God, hoewel God van al Zijn kinderen houdt, was ook Jezus, toen Hij hier op aarde was, gekleed met een opmerkelijk kleed, uit één stuk geweven.
Jozef was niet geliefd door zijn broers, omdat hij hun zonden bekend maakte. Ook Jezus, Hij die de wet van God aan Zijn volk gaf, liet daarin de zondigheid van Zijn volk zien, en werd daardoor door Zijn volk gehaat. De broers van Jozef gingen zover dat zij hem wilden doden, uiteindelijk werd hij als slaaf verkocht. Ook Jezus werd door één van Zijn volgelingen verkocht.
Jozef was prins en opvolger van een stamhoofd (koning), maar hij werd zeer vernederd voordat hij onderkoning van Egypte wordt. Jezus was Prins van het universum, Hij laat zich vernederen en bespotten, voordat God Hem na zijn dood en opstanding (onder) koning maakt van het heelal.
Jozef wordt als onderkoning geïnstalleerd als hij dertig jaar oud is, ook Jezus vangt Zijn openbare werk aan als Hij dertig is. Dit zijn slechts een paar parallellen in het leven van Jozef en Christus. Daarom is het goed naar de diepere betekenissen van de profetieën in het leven van Jozef te zoeken, en ze toe te passen op de tijd van Jezus eerste komst, als de lijdende Knecht des Heren, (de Messias), en op Zijn tweede komst als Koning der koningen.
Hoewel het God is die de profetieën (dromen) aan de mensen geeft, ook aan ongelovigen zoals de schenker en de bakker, ja zelfs aan iemand als Farao, die zichzelf als een god laat aanbidden. Zijn het Zijn gelovige kinderen die Hij inzicht geeft in de betekenis van deze voorzeggingen. Als Farao daarom een droom krijgt waarin koeien een hoofdrol vervullen, (de koe of stier werd in Egypte als een god aanbeden, denk aan het gouden kalf) wil hij weten wat het te betekenen heeft.
Geen van de afgodspriesters zijn in staat er iets zinnigs over te zeggen. Zij kennen de God die de dromen gegeven heeft niet. (Denk aan de droom van Nebukadnezar en zijn geleerden). Laten wij kijken naar het volk van Israël dat alle profetieën over de komst van Jezus had, maar ze niet juist toepasten omdat zij niet naar de profeten van hun tijd wilden luisteren. (Johannes de doper, Simeon en Anna). Zodra God een vette koe geeft, (een heilsprofetie) komt de tegenstander met een magere koe, een verkeerde uitleg. Nu zullen koeien in de realiteit geen andere koeien opeten zij zijn streng veganist.
Overigens moeten wij hier wel oude koeien uit de sloot (Nijl) halen want zij zijn belangrijk ook voor onze tijd. Wij, de gelovigen die in de eindtijd leven hebben een bijbel vol met profetieën, er is nog nooit in de heilsgeschiedenis zoveel kennis geweest. Ook de mogelijkheid om het tot ons te nemen en het verspreiden ervan zijn door het internet bijna eindeloos.
Wat zeggen die zeven koeien ons? Dat getal zeven, verwijst ons naar zowel de scheppingsweek alsook naar de zeventallen in het boek de Openbaring. God maakt in zeven dagen een perfecte wereld, zeven vette koeien. Daarna komt satan, hij knaagt zevenduizend jaar aan die vette koeien. Het profetisch volk van God heeft alleen de profetieën om zich te beschermen tegen de leugens van satan.
Wij die de profetieën kennen en begrijpen, hebben ook de verantwoording om ze uit te dragen en ze te interpreteren. Waar de koeien in de droom van Farao na elkaar komen, komen de wetten van God en Zijn profetieën gelijk met de verleidingen van satan. God en Zijn volk bouwen en satan en zijn volgelingen proberen het net zo snel weer af te breken.
Dit brengt ons bij de zeven dikke en de zeven loze (lege) aren. Het is een aparte droom of profetie. En hoewel hij grotendeels hetzelfde zegt, en in tijd parallel loopt met die van de koeien, geeft hij toch zoals wij gewend zijn ook extra informatie. Alle drie de parallelprofetieën hebben er één van de twee waar het over graan gaat. De eerste droom van Jozef de schoven, die van de bakker het brood (dat van graan wordt gemaakt), en nu deze droom van Farao, de aren.
Jezus geeft tijdens Zijn dienstwerk op aarde een aantal gelijkenissen over de graanoogst als beeld van het koninkrijk van de hemel. In Matt. 13: 24-30, heeft Jezus het over een Zaaier (Jezus) die goed zaad (het woord van God) zaait in zijn akker, in de nacht komt de tegenstander (satan) en hij zaait onkruid op dezelfde plaats, beide groeien tegelijk op, en het is pas tijdens de oogst (de wederkomst) dat zij gescheiden worden.
Hoewel de goede en de slechte jaren in de tijd van Jozef elkaar opvolgen, lopen zij in de uitleg van de grotere heilsprofetie over deze wereld parallel. Het tarwezaad wat Jezus zaait is Zijn woord wij moeten dat opslaan in onszelf, want er komt een tijd van grote schaarste waarin wij moeten teren op de kennis die wij in de jaren van overvloed tot ons genomen hebben. Laten wij zo met de profetieën omgaan dan zullen zij ons zijn tot een licht op ons pad zodat wij de voetangels en klemmen van satan op tijd zullen zien en ze kunnen ontwijken.
Piet Westein
P.S.
Ik zou zeggen neem het woord van God en eet er iedere dag van. Het zal zoet zijn als honing in onze mond, maar het kan zo zijn, dat het onze buik bitter maakt, als wij er over willen getuigen en de mensen niet naar ons willen luisteren.