OP DE VLUCHT NAAR HET HEILIGDOM. 1 Samuël 21:1-9.
David vlucht naar de tabernakel, die op dat moment te Nob [hoogte] staat. Achimelech [mijn broeder is koning] is op dat moment de dienstdoende [Hoge?] priester, op de koning na, de machtigste man in het rijk. David is niet helemaal eerlijk tegenover de priester. Als de priester David vraagt: Waarom ben je helemaal alleen? Vertelt hij hem, dat hij voor koning Saul op een geheime missie is. De manschappen heb ik ergens heen gestuurd zegt hij.
Daar David overhaast gevlucht is, heeft hij geen proviand of wapens mee kunnen nemen. Daarom vraagt hij aan Achimelech specifiek om vijf broden. Dat getal vijf roept toch wel een vraag op. U weet misschien nog wel dat toen David tegen Goliath ten strijde trok hij zich beperkte tot het meenemen van vijf stenen, terwijl hij er maar één nodig had. Waar díe vijf stenen te maken hadden met de dood van de vijand van de kinderen van God, daar zie ik in de toonbroden [heilig brood] een verwijzing naar het lichaam van Christus, [Ik ben het brood dat uit de hemel is neergedaald, zegt Jezus].
In onze tijd kunnen wij dat getal vijf gebruiken als een verwijzing naar de vijfde gemeente uit het boek de Openbaring. Openbaring 3:1-6. Ook deze gemeente heeft, net als David maar een handvol medestanders, slechts een handvol gelovigen die nog rein zijn. Dit is de eerste gemeente waar over de wederkomst gesproken wordt. Ook wordt in de vijfde gemeente opgeroepen om waakzaam te zijn zoals David waakzaam moest zijn voor Saul die hem steeds achtervolgde. Als David niet constant waakzaam was geweest zou Saul hem onverhoeds hebben kunnen overvallen. Zoals de wederkomst van Jezus de meeste mensen zal overvallen.
De vijfde gemeente is ook de gemeente die het hemels heiligdom herontdekt. Zij worden net als David gevoed met het heilig Brood [Woord] uit het heiligdom en hen wordt een wit kleed beloofd. Openbaring 3:5. Als David om een wapen vraagt aan Achimelech, zegt die hem, dat er slechts één wapen is in de tabernakel en dat is het zwaard dat van de reus Goliath was geweest.
Dat zwaard was gewikkeld in een mantel. Ook ons in de eindtijd wordt het zwaard van de Geest beloofd en wij krijgen de mantel van Christus gerechtigheid. Alleen komt dat zwaard van ons uit onze mond, zodra wij het evangelie verkondigen, het is het woord van God. Zoals het uit de mond van Jezus kwam. Openbaring 1:16. Als wij het evangelie verkondigen, zullen satan en zijn trawanten het onderspit moeten delven.
GEEN OMGANG MET VROUWEN?
Als David aan Achimelech om die vijf broden heeft gevraagd, heeft Achimelech wel een voorwaarde. Hij zegt dit is heilig voedsel dat slechts door reine mensen gegeten mag worden. Zijn jij en de mannen die bij je zijn rein? Hebben jullie je wel van vrouwen onthouden? Volgens David zijn de mannen rein en mogen zij als zij gewapend uittrekken geen omgang met vrouwen hebben opdat de wapens gezegend kunnen zijn.
Dat idee van rein en onrein is voor ons in onze tijd moeilijk te begrijpen. In het boek Leviticus zijn aan die begrippen rein en onrein hele hoofdstukken gewijd. Wij moeten ons afvragen of het hier gaat om de natuurlijke omgang met je eigen vrouw, of dat mannen die langere tijd van huis waren, zoals deze soldaten, zich vrijheden met vreemde vrouwen veroorloofden? In onze tijd speelt vooral de geestelijke strekking van dat woord vrouw. In de profetie staat het woord vrouw voor een kerk. Wij, de gelovigen van de eindtijd, worden opgeroepen om bij de laatste gemeente van Jezus te blijven, ondanks dat er misschien veel verkeerd is met die laatste gemeente.
Wij moeten geen banden aangaan met andere kerken [vrouwen]. De kerken van de tegenstander worden in het boek de Openbaring onder de noemer Babylon gebracht. Zij, Babylon wordt in Openbaring 17:1-6 beschreven als een grote hoer die op een vuurrood beest zit, waar alle politieke machten aan onderworpen zijn.
Waar David en zijn volgelingen zich ver moesten houden van alle letterlijke onreine vrouwen of wel hoeren, daar moeten wij geen gemeenschap hebben met kerken die hier op aarde aan een aards koninkrijk bouwen waar zij hun heil van verwachten buiten de bijbel om.
Zo gaat David uiteindelijk op weg. Uit dat heiligdom, daar waar God in de vorm van de Schekina boven de ark woonde, nam hij drie dingen mee op zijn reis. Ten eerste het heilige brood, wat een beeld is van het lichaam van Christus. Het tweede was het zwaard van de reus Goliath, een beeld van het woord van God, dat scherper is dan enig tweesnijdend scherp zwaard. En ten laatste de mantel waar dat zwaard in gewikkeld was. Die mantel kunnen wij op twee manieren toepassen. Hij kan verwijzen naar dat witte kleed van Christus gerechtigheid. Of het kan verwijzen naar de wapenrusting die ieder kind van God nodig heeft om de strijd met satan en zijn trawanten aan te binden. Of misschien wel allebei. U mag zelf beslissen.
Piet Westein
P.S.
Zo neemt de ene gezalfde koning van Israël, David, afscheid van de andere evenzeer gezalfde koning, Saul. Beiden gezalfd door dezelfde profeet Samuël, in opdracht van dezelfde God. Apart gezet voor dezelfde dienst, het koningschap over het volk van God. Hoe zal dat aflopen?