08. Eshter - Koningin Esther komt met haar vraag.

Én koning Ahasveros én Haman, zijn minister president, komen op het feest dat koningin Esther heeft aangericht. Koningin Esther realiseert zich maar al te goed dat zij nu tijdens dit feest moet spreken, anders zal het te laat zijn. Ook zij heeft inmiddels gehoord van die lange paal die in de tuin van Haman staat. Ook het doel waarom hij is opgericht moet wel bekend zijn bij haar. Tijdens de maaltijd zwijgt zij nog, maar als men eenmaal van de wijn zit te genieten en de tongen los komen is het de koning zelf die vraagt naar het doel van dit feest. Wat is je vraag Esther, wat het ook is ik zal het je geven.

 

Het is niet alleen de koning die benieuwd is naar het antwoord op deze vraag, ook Haman spitst zijn oren. Zal de vraag van de koningin ook betrekking hebben op hem? Zodra Esther haar mond opent en smeekt om haar leven en dat van haar volk realiseert Haman zich dat dit al zijn plannen in de war zal brengen. De koning kijkt vol verbazing naar Esther, en roept: Wie is die man die zoiets verschrikkelijks denkt te gaan doen? Voordat de koningin de koning antwoordt, vertelt Esther dat zij niets gezegd zou hebben als zij en haar volk nog als slaven zouden zijn verkocht. Maar, zegt zij, het zou voor de koning en zijn rijk een geweldig verlies zijn als deze vijand zijn plannen om ons te doden zou kunnen uitvoeren. Dan staat de koningin op en wijst met haar vinger naar Haman, als zij uitroept, een verdrukker, een booswicht, hij daar, Haman de vijand van ons volk die wil dat plan uitvoeren.

Weg is de vrolijkheid van het feest. Alle dienaren van de koning die daar staan houden hun adem in, wat gebeurt hier dan? Ahasveros staat woedend op, weg is die plezierige roes van de wijn, hij trilt van woede. Om zich te beheersen loopt hij de tuin in, om tot bedaren te komen.

Terwijl de koning in de tuin loopt om tot rust te komen, doet Haman een uiterste poging om zijn leven te redden. Hij smeekt Esther om zijn leven te sparen, hij gaat daarbij zo ver dat hij zich op het rustbed werpt waar de koningin op ligt. Op dat moment komt de koning de feestzaal weer binnen. De woede van Ahasveros was door de wandeling in de tuin enigszins gezakt, maar wat hij nu ziet kan zijn geest nauwelijks bevatten. Daar ligt zijn vrouw de koningin met doodsangst in haar ogen en bij haar op het rustbed ligt zijn gewezen vriend Haman. 

Het lijkt erop dat Haman de oorzaak van de angst van zijn vrouw is. De koning is buiten zinnen en zegt: Wil je de koningin, nu ook nog in mijn paleis geweld aandoen? Zodra hij dat zegt grijpen de dienaren van de koning Haman vast en bedekken zijn gelaat. Gharbona, [Ezelrijder], één van de bedienden, vertelt Ahasveros dat deze Haman een paal van 50 meter in zijn tuin heeft laten plaatsen. Het doel van die paal, vertelt hij de koning, is om Mordechai, de man die de koning het leven heeft gered, op te spietsen. 

Dit geeft de koning een idee. Ahasveros vindt het zonde om die paal ongebruikt te laten afbreken. Hij geeft het bevel om Haman op de paal die hij voor Mordechai had bedoeld te spietsen. Dat oordeel wordt onmiddellijk voltrokken. Hoewel er staat dat toen de gramschap [woede] van de koning bedaarde, betwijfel ik ten zeerste of de feestelijkheden die dag nog zijn voortgezet. Het is in ieder geval zo dat het probleem voor Esther en haar volk op geen enkele wijze was opgelost. De wet die met het zegel van Ahasveros was verzegeld, kon niet veranderd worden, want het was nu eenmaal een wet van Meden en Perzen en die was eeuwig en onveranderlijk.

 

EEN BOODSCHAP VOOR ONZE TIJD?

Hoofdstuk zeven van Esther is natuurlijk een spannend verhaal. Ik ga er ook vanuit dat het precies zo gegaan is als het hier beschreven wordt. Maar wat hebben wij hieraan als het ons niet meer licht geeft op de heilsgeschiedenis, met name voor de eindtijd waarin Gods volk zich nu bevindt? 

Is het niet zo dat ook in de eindtijd vlak voor de wederkomst er een bevel zal komen om de oprechte gelovigen uit te roeien? Ook in deze tijd zullen de wetten van de politieke overheid meer macht worden toegekend dan de onveranderlijke wet van God. Een wet die de Schepper met Zijn eigen vinger in steen schreef, om daar voor eeuwig een beeld van Zijn karakter in weer te geven.

Er is maar één religieuze macht die claimt dat zij de macht heeft om deze eeuwige wet van de tien geboden te veranderen, met aan het hoofd een mens, die zich aan laat spreken als: Heilige vader. Het is deze kerk die in de geschiedenis heeft getoond dat zij in staat is om haar wil, via de politieke machten, aan iedereen op te leggen en dat op straffe van de dood.

Dit is niet om u bang te maken, want zoals God ingreep in de tijd van Esther, zal Hij ook in onze tijd Zijn almacht gebruiken om zijn kinderen te beschermen. Als dat bevel, om Gods kinderen te doden, door de satanische machten wordt gegeven, zal God niet slapen. Het is wel zo dat het zal lijken dat niet één van de ware gelovigen zal kunnen ontkomen, voordat de hemel openbreekt en God ingrijpt ten gunste van Zijn volk.

                                                                                                             Piet Westein.

                     P.S. 

De spanning stijgt, nu Esther haar voorbede voor haar volk en haarzelf aan de koning heeft voorgelegd. Hoe kan Ahasveros zijn eigen wet om de Joden uit te roeien veranderen? Iedereen weet immers dat de wet van de Meden en de Perzen door niemand, ook door de koning zelf niet kan worden veranderd. Wij moeten maar even afwachten, om te zien wat er gaat gebeuren.