EEN VOLK IN ZAK EN AS.
Mordechai was een vertegenwoordiger van het volk van Israël. Hij functioneerde als een soort middelaar voor zijn volk, om hun belangen bij het hof van de koning kenbaar te maken. De poort van het paleis, was de plek waar alle vertegenwoordigers van andere volken dagelijks bijeen kwamen om hun zaken te behartigen. Men kwam daar gekleed als een machthebber, om zo belangrijk mogelijk te lijken en op te vallen tussen al die andere ambtenaren.
Mordechai had van de nieuwe wet gehoord die juist was uitgevaardigd. Het was voor hem onmogelijk om daarna zijn dagelijkse taken uit te voeren. Hij legde zijn ambtskleed af en trok een oude zak aan om zich te kleden, om nog duidelijker te maken dat hij in diepe rouw verkeerde strooide hij stof en as over zijn hoofd en weeklaagde de hele dag zo luid dat de hele stad het kon horen. Mordechai was niet de enige onder de Joden die zich zo gedroeg. Door het hele rijk waren er, die van deze wet gehoord hadden en die zich zo kleden en in zak en as zaten.
Mordechai besefte wel dat al dat ach en wee roepen geen oplossing zou bieden. Op een gegeven moment spoedt hij zich naar het koninklijke paleis om koningin Esther hulp te vragen. Als Esther hoort dat haar stiefvader in rouwkleding voor de poort staat, schrikt zij want het was niemand toegestaan om in rouwkleding binnen de poort van de koning te verschijnen. Zij laat onmiddellijk kleren naar Mordechai brengen zodat hij de poort zou kunnen binnengaan, maar hij weigert ze aan te trekken.
Esther roept Hatak, [oprecht] een hoveling die in haar dienst staat bij zich. Zij laat Hatak vragen wat al deze paniek te betekenen heeft. Mordechai stuurt Hatak terug met een afschrift van het bevel van Haman om alle Joden op een zekere dag te laten doden. Via haar hoveling Hatak, krijgt zij de opdracht van Mordechai om naar de koning te gaan en hem te smeken om genade voor haar volk. Makkelijker gezegd dan gedaan. Het was namelijk zo dat als je bij de koning verscheen wanneer je niet door hem ontboden was en hij stak je niet de scepter die in zijn hand was toe, dan betekende dat automatisch de dood. Esther laat dan ook de boodschap naar haar stiefvader overbrengen, dat zij al in geen dertig dagen bij de koning ontboden is. Het zou spelen zijn met haar leven, als zij ongevraagd bij hem zou binnenvallen.
Het antwoord van Mordechai is dat zij misschien wel met het oog op deze noodsituatie op deze positie is geplaatst. Ook moest zij zich realiseren dat men wel zou uitvinden dat zij zelf uit het volk van de Joden was en dat men ook haar niet zou ontzien, ook zij zou sterven. Als extra stimulans zegt haar stiefvader haar dat; als zij het niet doet en het volk wordt op een andere manier gered, dan zal hij er voor zorgen dat én zij én haar hele familie uitgeroeid zal worden. Esther besluit om een poging te wagen. Zij roept Mordechai op om al de Joden in de burcht Susan te bevelen om drie dagen te vasten en te bidden, voordat zij naar de koning zal gaan.
VAST WEL, MAAR HOE?
De oproep van koningin Esther om te vasten was niet bijzonder of vreemd. In die tijd was het gewoon om als men God aanriep voor een bijzondere zaak om dan te vasten. Drie dagen vasten was zelfs maar een korte tijd. Het zijn de voorwaarden die Esther bij dat vasten noemt die het bijzonder en zwaar maken. Gewoonlijk duurde een vasten van zonsopgang tot zonsondergang. Een strenger vasten was, dat men dan overdag ook niets dronk en dat in een land waar het gewoonlijk erg warm is, dat is geen sinecure. Esther gaat nog verder in haar opdracht, zij zegt: Dat men én overdag én ‘s nachts moet vasten, geen voeding, geen drinkenen dat in zo’n klimaat! Zo’n soort vasten kan dodelijk zijn zeker voor jonge kinderen. Een volwassene kan dat met veel moeite en pijn overleven, maar het is beslist geen aanrader voor je gezondheid. Maar de situatie was desperaat, daar hoorden ook desperate maatregelen bij.
Het is pas als én Esther én het volk van de Joden na drie dagen van het meest strenge vasten achter de rug hebben, dat Esther het waagt de voorhof van de koning te betreden. De koningin zal er na drie dagen van vasten en bidden niet op haar best hebben uitgezien. Zij was op sterven na dood. Om haar missie tot een goed einde te brengen moest zij volledig vertrouwen op wat God in het hart van Ahasveros zou leggen.
Hoe vast het volk van God vandaag de dag? Realiseren wij ons dat ook wij als advent volk uitziende naar de wederkomst van onze Heer en Heiland uiteindelijk zo’n doodsbevel te horen zullen krijgen? Wij hebben het zwaard van de Geest opgenomen tegen satan en zijn trawanten, wij moeten ons realiseren dat zij zich niet zonder slag of stoot gewonnen zullen geven.
Misschien moet ons vasten nu vooral bestaan uit het onthouden van wereldse zaken. Dit vasten zal voor iedereen misschien anders zijn. De één zal verslaafd zijn aan roken of drinken, de ander aan het vergaren van wereldse rijkdom. Het is zo dat alles wat voor ons belangrijker is dan het koninkrijk van God, onder die oproep van God kan vallen. Mijn oproep aan ons als volk van God is dan ook: Bekeer u want het koninkrijk van God is nabij gekomen.
Piet Westein
P.S.
Ik ben erg benieuwd of Esther het gaat redden. Is het mogelijk dat God het hart van een mens die zich koning der koningen noemt zo te veranderen dat zelfs de wet van de Meden en de Perzen, die zoals u al weet niet veranderd kan worden, zijn kracht verliest?